Eerenbeemt, Harry van den: verschil tussen versies
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| − | <foto><beeldonline>3bc19697-e271-4ce3-9ba0-9056d881f37b</beeldonline></foto>Prof. dr. '''Henricus (Harry) Ferdinandus Josephus Maria van den Eerenbeemt''' (Roosendaal 1930 – Tilburg 2008) woonde sinds 1964 in Tilburg. Hij promoveerde in 1955 in Nijmegen, werd in 1956 lector en was van 1961 tot 1995 gewoon hoogleraar in de sociale, economische en politieke geschiedenis aan de voorloper van de [[Universiteit van Tilburg]]. Hij was onder meer redacteur van de Algemene Geschiedenis der Nederlanden en was voorzitter en lid van nationale commissies, besturen en redacties. Hij publiceerde meer dan tweehonderd studies, met name op het terrein van de ontwikkeling van sociale ideeën in vroeger tijd, werkgelegenheid en sociale actie, aspecten uit de bedrijfsgeschiedenis, cultuurhistorie en over de regionale geschiedenis. Tilburgse onderwerpen zijn bijvoorbeeld Van Lanschot en het Tilburgse bedrijfsleven 150 jaar geleden (1959), Pronte mensen: leven in Tilburg van toen (1900) (met dr. [[Frans van Puijenbroek]]; 1968), De onbekende Vincent van Gogh: leren en tekenen in Tilburg, 1866-1868 (1972) en De ‘Norbertijnen poort’ te Tilburg op 't Goirke (met [[Becx, Johan (Jan) Antonius Joseph (Oisterwijk 1915 – Tilburg 2008)|Jan Becx]]; 1988). Van 1956 tot 1995 was Van den Eerenbeemt (hoofd-)redacteur van de monografieënreeks Bijdragen tot de (sociale en economische) geschiedenis van het Zuiden van Nederland. Een bekend deel is De opkomst van Tilburg als industriestad (1959). Totaal zijn er onder zijn redacteurschap 112 delen in verschenen, toen al de langste serie historische monografieën in Nederland. Vanaf 1959 begeleidde hij tientallen proefschriften, waarvan de meeste een Brabants onderwerp hadden. Hij was hoofdredacteur van het driedelige standaardwerk Noord-Brabant van 1796-1996 (1996-1997). Van den Eerenbeemt werd ook bekend door zijn acties tot behoud van Tilburgs erfgoed, zoals de [[Heiligenbeeldengalerij]], de [[Hasseltse kapel]], de [[Tongerlose Hoef]] en de [[Norbertijnenpoort]]. In 1982 werd hij onderscheiden met de Provinciepenning Noord-Brabant. | + | <foto><beeldonline>3bc19697-e271-4ce3-9ba0-9056d881f37b</beeldonline></foto>Prof. dr. '''Henricus (Harry) Ferdinandus Josephus Maria van den Eerenbeemt''' (Roosendaal 1930 – Tilburg 2008) woonde sinds 1964 in Tilburg. Hij promoveerde in 1955 in Nijmegen, werd in 1956 lector en was van 1961 tot 1995 gewoon hoogleraar in de sociale, economische en politieke geschiedenis aan de voorloper van de [[Tilburg University|Universiteit van Tilburg]]. Hij was onder meer redacteur van de Algemene Geschiedenis der Nederlanden en was voorzitter en lid van nationale commissies, besturen en redacties. Hij publiceerde meer dan tweehonderd studies, met name op het terrein van de ontwikkeling van sociale ideeën in vroeger tijd, werkgelegenheid en sociale actie, aspecten uit de bedrijfsgeschiedenis, cultuurhistorie en over de regionale geschiedenis. Tilburgse onderwerpen zijn bijvoorbeeld Van Lanschot en het Tilburgse bedrijfsleven 150 jaar geleden (1959), Pronte mensen: leven in Tilburg van toen (1900) (met dr. [[Frans van Puijenbroek]]; 1968), De onbekende Vincent van Gogh: leren en tekenen in Tilburg, 1866-1868 (1972) en De ‘Norbertijnen poort’ te Tilburg op 't Goirke (met [[Becx, Johan (Jan) Antonius Joseph (Oisterwijk 1915 – Tilburg 2008)|Jan Becx]]; 1988). Van 1956 tot 1995 was Van den Eerenbeemt (hoofd-)redacteur van de monografieënreeks Bijdragen tot de (sociale en economische) geschiedenis van het Zuiden van Nederland. Een bekend deel is De opkomst van Tilburg als industriestad (1959). Totaal zijn er onder zijn redacteurschap 112 delen in verschenen, toen al de langste serie historische monografieën in Nederland. Vanaf 1959 begeleidde hij tientallen proefschriften, waarvan de meeste een Brabants onderwerp hadden. Hij was hoofdredacteur van het driedelige standaardwerk Noord-Brabant van 1796-1996 (1996-1997). Van den Eerenbeemt werd ook bekend door zijn acties tot behoud van Tilburgs erfgoed, zoals de [[Heiligenbeeldengalerij]], de [[Hasseltse kapel]], de [[Tongerlose Hoef]] en de [[Norbertijnenpoort]]. In 1982 werd hij onderscheiden met de Provinciepenning Noord-Brabant. |
[[Categorie:Tilburgs_Lexicon]] | [[Categorie:Tilburgs_Lexicon]] | ||
Versie van 17 feb 2015 om 21:15
Media Not found
Prof. dr. Henricus (Harry) Ferdinandus Josephus Maria van den Eerenbeemt (Roosendaal 1930 – Tilburg 2008) woonde sinds 1964 in Tilburg. Hij promoveerde in 1955 in Nijmegen, werd in 1956 lector en was van 1961 tot 1995 gewoon hoogleraar in de sociale, economische en politieke geschiedenis aan de voorloper van de Universiteit van Tilburg. Hij was onder meer redacteur van de Algemene Geschiedenis der Nederlanden en was voorzitter en lid van nationale commissies, besturen en redacties. Hij publiceerde meer dan tweehonderd studies, met name op het terrein van de ontwikkeling van sociale ideeën in vroeger tijd, werkgelegenheid en sociale actie, aspecten uit de bedrijfsgeschiedenis, cultuurhistorie en over de regionale geschiedenis. Tilburgse onderwerpen zijn bijvoorbeeld Van Lanschot en het Tilburgse bedrijfsleven 150 jaar geleden (1959), Pronte mensen: leven in Tilburg van toen (1900) (met dr. Frans van Puijenbroek; 1968), De onbekende Vincent van Gogh: leren en tekenen in Tilburg, 1866-1868 (1972) en De ‘Norbertijnen poort’ te Tilburg op 't Goirke (met Jan Becx; 1988). Van 1956 tot 1995 was Van den Eerenbeemt (hoofd-)redacteur van de monografieënreeks Bijdragen tot de (sociale en economische) geschiedenis van het Zuiden van Nederland. Een bekend deel is De opkomst van Tilburg als industriestad (1959). Totaal zijn er onder zijn redacteurschap 112 delen in verschenen, toen al de langste serie historische monografieën in Nederland. Vanaf 1959 begeleidde hij tientallen proefschriften, waarvan de meeste een Brabants onderwerp hadden. Hij was hoofdredacteur van het driedelige standaardwerk Noord-Brabant van 1796-1996 (1996-1997). Van den Eerenbeemt werd ook bekend door zijn acties tot behoud van Tilburgs erfgoed, zoals de Heiligenbeeldengalerij, de Hasseltse kapel, de Tongerlose Hoef en de Norbertijnenpoort. In 1982 werd hij onderscheiden met de Provinciepenning Noord-Brabant.