Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Willem Denissen

Verzetsman in de Tweede Wereldoorlog, met de bijnaam Zwarte Willem. Door velen aangeduid als een dappere man, die elke dag voedsel verzamelde en dat op de fiets naar Nederlandse gevangenen in Haaren bracht. Hij zorgde ook voor vlees voor onderduikers in Udenhout, dat veelal door Dré van de Wouw naar de onderduikadressen werd gebracht.

Willem Denissen (1911-1988) is de oudste zoon van het echtpaar Denissen – van Doormale. Willem begon met hulp van zijn moeder een transportbedrijf onder de naam W. Denissen –van Dooren. Zijn eerste vrachtauto was van het merk Federal. Hij was gespecialiseerd in foeragetransport (hooi en stro). Hij onderhield ook een bodedienst tussen Tilburg en Den Bosch. De eerste jaren was het bedrijfje bij zijn moeder thuis in de Groenstraat gevestigd, later in de Slimstraat.

Willem Denissen was actief in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Verzetsstrijder Johan Jacob Henrich alias ’t Rooi Jantje vertelt in het boek ‘Over d’n Oorlog’: “Dan wil ik iets vertellen over een slachter die ik ontmoette in 1942/1943. Dat was een heel moedige man die eten bracht naar de Nederlandse gevangenen te Haaren. Zijn naam was Denissen en hij woonde in Udenhout. Soms maakte hij me bang en soms boos, omdat het een hele harde man was. Zijn bijnaam was Zwarte Willem. Mijn vertrouwen in hem was wat minder, omdat hij voor mij gevaarlijk was, daar hij te gemakkelijk omging met mijn naam. Hij zorgde voor auto's, hoe moeilijk dat in die tijd ook was, en hij zorgde voor fietsen. Hij hielp ons met het vervoer van wapens van Udenhout naar ons vakantiehuisje in Helvoirt”.

Zwarte Willem Denissen woonde in de Slimstraat en is later verhuisd naar Vaals. Hij heeft zeker veertig keren stiekem en voor niets vlees naar het seminarie in Haaren gebracht. Hij gaf Dré van de Wouw vlees voor de onderduikers en heeft samen met 't Rooi Jantje en Dré van de Wouw onderduikers ondergebracht. Hij heeft verschillende onderduikers geholpen om naar Poppel te ontkomen. Dré van de Wouw vertelde ons een verhaal over de enorme moed van Zwarte Willem. Op Dolle Dinsdag was door de ondergrondse uit de G.A.S. in Udenhout wapentuig gestolen en verborgen in de houtzagerij van Appels in de Kreitenmolenstraat, waar Willem van de Voort bedrijfsleider was. Een groot gedeelte van de wapens hadden de Duitsers niet gevonden. Dré van de Wouw wist dat. Hij heeft met Willem Denissen afgesproken, dat hij de wapens uit de schuilplaats zou halen en dat Willem Denissen voor een stootkar zou zorgen om vervoer mogelijk te maken. Dré heeft enkele nachten doorgebracht in de boerderij van Pieter Bertens, waar nu de Rabobank staat, en kon van daaruit de patrouilles van de Duitsers registreren. Toen hij dat voldoende had waargenomen, heeft hij in de nacht de wapens opgehaald en op een stootkar geladen, daarboven bedden en ander huisraad en zo door de Groenstraat en over een zandweg naar het hoofdkwartier gebracht. Onderweg werden Dré en Willem door Duitsers aangehouden. Zij deden zich voor als arme evacués en mochten doorlopen. Op de zandweg was de stootkar niet meer vooruit te krijgen, zelfs niet door de sterke Willem Denissen. Zij hebben toen in de buurt een boer om een paard gevraagd. Die heeft geholpen, hoewel hij er niets van snapte dat een stootkar met huisraad zo zwaar te trekken was.