Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Vliegtuigcrash Goirle, Gorp en Roovert, 30 november 1943.

Betrokken persoon

30 november 1943. Er waaide een krachtige westenwind met een wisselende bewolking. Voor de Amerikaanse luchtmacht geen reden om het bombardement op Solingen uit te stellen. Op deze dag voerden zij aanvallen uit op de stad Solingen met 381 zware bommenwerpers die geëscorteerd werden door jagers van het type P.38 Lighting en P.47 Thunderbold. Drie bommenwerpers en 6 jagers, waarvan 3 P-47 Thunderbolds van het 486e Squadron van de 352 Fighter Group, gingen bij deze missie verloren. David Ch. Kramer stortte neer nabij Ijzendijke, overleefde de crash en kon ontsnappen. Robert M. Brown crashte nabij Oirschot en Robert E. Babbitt in het stroompje De Leij op Gorp. Beiden kwamen hierbij om het leven.

Tussen 10.54 uur en 13.40 werd deze Amerikaanse luchtvloot door de Luchtbeschermingsdienst van de Gemeente Tilburg waargenomen: Meerdere groepen vijandelijke vliegers van west naar oost en omgekeerd, hoog. Luchtgevecht richting Goirle/Hilvarenbeek. Zware explosies en luchtafweer west.


Geert Lemmens (1922 - 2010) was op deze ochtend achter zijn boerderij op Breehees bezig met het ploegen van het land: Plotseling zag ik een aantal vliegtuigen fluitend en krioelend door de lucht gaan. Er was duidelijk een luchtgevecht aan de gang. Opeens zag ik er één brandend loodrecht naar beneden komen en met een doffe knal stortte hij neer in de richting van de Ketelbeemd. Ik herkende dit gebied aan de hand van de hoge populieren die daar destijds stonden. Ik heb het ploegen afgemaakt en ben daarna een richting Ketelbeemd gegaan om eens te kijken wat er gebeurd was. De Duitsers waren al volop bezig om de plaats van de crash te bereiken.


De Uitkijkdienst van de Luchtbeschermingsdienst van de Gemeente Goirle heeft blijkbaar niets gemerkt van deze crash. Afgaande op een gerucht dat om ca. 11.30 uur een vliegtuig zou zijn neergestort, ging hoofdwachtmeester Fokke van der Iest op onderzoek uit. Hij rapporteerde dat op het landgoed Gorp in het riviertje de Leij een vliegtuig was neergestort. Het toestel was loodrecht in de Leij gestort, waarna zich een geweldige explosie had voorgedaan. Brokstukken lagen overal verspreid. Vermoedelijk zat de bemanning nog in het vliegtuig, want volgens ooggetuigen waren er geen parachutes gezien. Duitse militairen waren ook reeds aanwezig en bewaakten de plaats van het ongeval. Het vliegtuig verdween in zijn geheel in het water.


Hulpverlening aan de vijand Toen Van der Iest om 14.00 uur zijn onderzoek had afgerond en de burgemeester wilde inlichten, trof hij deze niet op het gemeentehuis aan en ook bij Van Ginneken thuis kreeg hij geen gehoor. Toen Van Ginneken zelf om 15.30 uur informeerde naar de resultaten en deze een half uur later, overeenkomstig voorschrift, aan diverse instanties meldde, kreeg hij van een zeer kwade Ortskommandant in Tilburg te horen dat de te late melding door hem gezien werd als hulpverlening aan de vijand. Hij barstte uit in een vloek- en scheldpartij, omdat de melding niet eerder was gedaan: eventuele overlevenden hadden gelegenheid gekregen om te verdwijnen, en dat was hulp verlenen aan de vijand. Op 1 december kreeg de burgemeester nog bezoek van luitenant Lüte van de Ortskommandantur in Tilburg die dezelfde boodschap kwam brengen als de telefonische van de Ortskommandant. Lüte diende rapport op te maken inzake deze late melding. Gelukkig voor onze burgemeester had dit geen verdere consequenties.


Stanley Miles, een collega van Babbitt, maakte het volgende verslag: Wij vlogen op ongeveer 3000 ft. toen twee Me 109's ons op ongeveer 100 yard aan stuurboord voorbijvlogen. Wij maakten verschillende linker- en rechterbochten en tijdens die bewegingen bleef hij achter. Aan het eind was Lt. Babbitt ongeveer 100 yard achtergebleven bij de rest van de "flight". Ik keek regelmatig achterom om te zien waar hij bleef, en ik kon hem ongeveer twee minuten in de gaten houden. Toen ik merkte dat hij er niet meer was, heb ik de omgeving afgezocht en ik zag een luchtgevecht beneden en achter mij, waaraan vijf of zes vliegtuigen deelnamen. Ik waarschuwde de flightleader en wij vlogen de andere kant uit om aan het gevecht deel te nemen, wij zagen echter niets meer. Er was geen radio-contact waardoor we Lt. Babbitt konden identificeren.


Een vriend en collega-vliegenaar van Robert, Chet Harker, kon zich Babbitt nog goed herinneren: Ik ontmoette Robert voor het eerst tijdens de introductie van nieuwe vliegeniers in de luchtmacht. We hebben samen de eed afgelegd in het wervingsbureau te Trenton om daarna de trein te pakken naar Montgomery AL. De rit duurde maar liefst 24 uur. We hebben de basis vlieger introductie samen gedaan en hebben ook de rest van de gehele opleiding samen doorlopen. We troffen elkaar weer tijdens de voortgezette opleiding tot vliegenier in Dothan/ Napier Field AL. Na onze promotie tot vliegenier werden we doorverwezen naar Westover Field voor kennismaking met de P47 Thunderbolt. Vandaar weer door naar Republic Field waar de Thunderbolts werden geproduceerd. Uiteindelijk zijn we samen naar Engeland gegaan aan boord van de Queen Elisabeth. We werden toegevoegd aan Steve Andrew’s “A“ Flight en tijdelijk in Goxhill gestationeerd voor oriëntatie en we werden samen bevorderd tot eerste luitenant. Robert was een rustige jongen die zeker niet zoveel kabaal maakte als de typische vliegenier in die tijd. Hij was bovenal aardig, betrouwbaar en bescheiden. zover als ik me kan herinneren had hij destijds in de US geen grote liefde en zat ook niet achter de engelse vrouwtjes aan .


De berging. De berging van het vliegtuig heeft lang op zich laten wachten. In het Nieuwsblad van het Zuiden van 2 mei 1946 verscheen via het Amerikaanse Maihuis een oproep van Amerikaanse ouders. Zij vroegen om informatie met betrekking tot de crashes van Amerikaanse vliegtuigen in Noord Brabant en Limburg. De burgemeester van Goirle reageerde op deze oproep maar stelde ook vast dat lijken niet zijn gevonden, evenmin overlevenden.

In september 1947 kreeg de Tilburgse aannemer van grondwerken, H. de Brouwer, opdracht van de Amerikaanse regering om het wrak uit de Leij te bergen. Men ging ervan uit dat de inzittenden zich in het wrak bevonden. Op 10 oktober 1947 was er nog weinig resultaat geboekt vanwege het wassende grondwater. Daarna ontbreekt elke berichtgeving in de krant. Zelfs de burgemeester van Goirle was schijnbaar niet van op de hoogte, dat het lijk van de Amerikaanse piloot Robert Edward Babbitt reeds op 14 oktober 1947 was geborgen en herbegraven op het Amerikaanse Militair kerkhof "Ardennes" in Neuville-en-Condroz.


Bronnen: Goirle 1940-1945, een grensdorp bedreigd, bezet en bevrijd. (1994) hoofdstuk 4 Oorlog boven Goirle. http://www.fieldsofhonor-database.com/

(Gerrit Kobes)