Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Vliegtuigcrash Goirle, Breehees, 25 mei 1944.

Betrokken personen

Vliegtuigcrashes Goirle,Breehees,25 mei 1944.

In de nacht van 24 op 25 mei voerden totaal 637 bommenwerpers een aanval uit op Aken. Van deze strijdmacht verschenen er 598 boven het doel; ze wierpen totaal 2.171 ton explosieven af. De Britten verloren tijdens deze raid twintig vliegtuigen. Om 23.17 uur vlogen de eerste bommenwerpers over Tilburg en omgeving. Voor de Luchtbeschermingsdienst Tilburg aanleiding om het sein 'Luchtgevaar' te geven.

De Britten hadden in augustus 1942 een nieuwe methode ontwikkeld om efficiënt hun doelen te bombarderen. Voor dit doel richtten zij een zgn. 'Pathfinder Force' op. Men kan dit onderdeel het best vergelijken met een afdeling verkenners. Een aantal van deze toestellen vloog vóór de grote bommenwerpersformatie uit om het doel te verkennen en vervolgens te markeren met lichtfakkels. De bommenwerpers hoefden slechts hun bommen binnen dit gemarkeerde gebied af te werpen en hadden derhalve zelf ook geen ingewikkelde meetapparatuur en richtmiddelen nodig. Bij een langdurige aanval moest dit markeren dikwijls herhaald worden, waardoor deze Pathfinders in de buurt van het doel bleven cirkelen.

Bij het bombardement op het spoorwegemplacement van Aken werd ook gebruik gemaakt van deze Pathfinders. Een van deze toestellen, een AVRO Lancaster van het 405. Squadron Royal Canadian Air Force , was bemand met een aantal zeer ervaren Canadezen, die bijna allen reeds 45 bombardementsvluchten op Duitsland hadden uitgevoerd. Op de heenweg kregen ze het aan de stok met een Duitse nachtjager, die ze echter van zich af konden schudden. Op de terugweg hadden zij minder geluk. Frederick Charles "Gus" Davies was erbij en kon het navertellen:

We lieten onze bommen zoals afgesproken vallen en toen zette Gordie een lichte duikvlucht in met de schuiven van de motor wijd open. We gingen op weg naar huis en het einde van onze tour. Een Duitser vloog ook op weg naar huis. Hij zat in een Me.110 denk ik, een vliegtuig met vier machinegeweren en vier kanonnen langs de vleugels. Hij moet ons gezien hebben, gaf ons een lang salvo bij het passeren. De naderingssnelheid tussen de twee vliegtuigen moet tussen de 700 en 800 km/u gelegen hebben. Ik zag hem in de laatste fractie van een seconde. Hij was 600 à. 700 m weg en kwam op ons af op één uur ... ik kon het spervuur van zijn kanonnen en mitrailleur zien. Hij had geluk, want een halve meter de andere kant op en hij zou ons gemist hebben. Hij blies onze linker-binnenmotor op en dat was het einde van de race. Wij wisten dat het vliegtuig niet veel langer meer zou vliegen. Gordie zei ons dat we eruit moesten springen. We zouden het allemaal moeten halen. In de opwinding greep één bemanningslid zijn D-ring per ongeluk. De parachute ging in het vliegtuig open. Gordie bleef doorvliegen en wachtte terwijl ik de man hielp zijn parachute weer in te pakken. Toen sprongen we.

Met een geweldige klap stortte het toestel neer op Breehees, vlak voor de boerderij van de kinderen Van Raak op grondgebied van de gemeente Hilvarenbeek. G. Lemmens (1922)-2010) kan het zich nog goed herinneren.

Het zal ongeveer 02.00 uur in de nacht geweest zijn toen ik wakker werd van een vreselijk gejank, gevolgd door een enorme knal. Ik stond vlug op en toen ik buiten kwam, zag ik een enorme vuurzee in het land gelegen voor het huis van mijn buurman, de kinderen Van Raak. Ik zag in de lucht wel wat drijven, maar omdat het donker was kon ik niet goed zien wat het geweest is. Regelmatig hoorde ik korte explosies en een knetterend geluid dat van de munitie geweest moet zijn. Wij stonden langs het huis van mijn buurman en zagen al vrij snel de Duitsers ter plaatse komen. Er was er één bij, die een arm miste. Zij liepen overal te zoeken maar vonden niemand. De volgende dag was duidelijk te zien hoe de ravage was: overal lagen grote en kleine brokstukken en vijf grote kraters, waar de motoren waren ingeslagen. De Duitsers hebben de plaats nog ruim een week bewaakt en de grote brokstukken werden weggehaald. De motoren hebben ze er nooit uit gehaald, die zitten nog in de grond op een behoorlijke diepte. De schade viel gelukkig mee. De boerderij van buurman Van Raak mankeerde niets, ondanks dat het vliegtuig op ca. 100 meter voor zijn deur was gevallen. Er was enige schade aan het gewas, omdat brandende brokstukken zo hier en daar in het roggeveld terecht gekomen waren, met het gevolg dat stukken rogge verbrand waren. Regelmatig kwamen mensen uit Goirle op de plek en zochten dan naar het fiberglas om er ringen van te maken. Zelf hebben we ook wat stukken metaal (aluminium) meegenomen. Er woonde destijds in Goirle een douanier, Hensel genaamd. Die heeft nog eens bij mij een stuk aluminium gehaald en heeft daarvan een prachtig sieraambeeldje, geheel voorzien van gereedschappen, gemaakt. Het heeft jaren bij hem in de vensterbank gestaan en trok veel aandacht bij de voorbijgangers. De bemanning. De bemanning van dit vliegtuig bestond uit acht koppen; zij hadden veel ervaring opgedaan in het uitvoeren van bombardementsvluchten boven Duitsland. Zij waren de oudsten van het Pathfinder Squadron en waren al bijna een jaar als bemanning bij elkaar. Van de Canadezen onder de bemanning had bijna iedereen de vereiste 45 vluchten volgemaakt, met uitzondering van Jim Frame, die er één gemist had wegens ziekte. Eigenlijk waren zij deze dag vrij, maar de commandant had gevraagd of zij deze klus wilden overnemen van een ziek geworden ploeg. Het was maar een routineklusje, een sprongetje over Nederland, drie mijl in Duitsland en dan weer terug. Besloten werd om te gaan om Frame te helpen zijn 'tour' af te maken en daarna naar huis te gaan.

Eli 'Bill' Baker (21 jaar), was navigator. In 1943 werd hij onderscheiden met het Distinguished Flying Cross. Na het bevel van de gezagvoerder sprong hij uit het vliegtuig en landde veilig. Hij wist, samen met de 19 jarige Willard Joel (en nog vier andere gestrande bemanningsleden) met hulp van Nederlandse en Belgische verzetsmensen, enige tijd uit de handen van de Duitsers te blijven. Bekend is dat Baker enige tijd verbleef bij boer Rooijakkers in Moergestel (het Stokske). Een bekend onderduikadres voor een groot aantal mensen. Waarschijnlijk door verraad werden zij gearresteerd en als krijgsgevangene naar Duitsland afgevoerd. Hij heeft ten gevolge van zijn ervaringen een trauma overgehouden en kan zich weinig meer herinneren. Hij woont thans - 2011- samen met zijn vrouw in Californië en is 91 jaar oud. Eli wil zijn oorlogservaring zo snel mogelijk vergeten en wenst met niemand - zelfs niet met zijn oude vliegmakkers - over zijn ervaringen praten.

De boordwerktuigkundige Jack Rees trok per ongeluk zijn parachute reeds open in het vliegtuig. Met hulp van Fred Davies lukte het hem veilig te landen. Samen kwamen ze terecht op een stuk omheind bouwland in de buurt van Hilvarenbeek. Ze dachten dat het een soort kamp was of een stuk land dat bij een kamp behoorde. Het lukte hun om 23 dagen uit handen van de vijand te blijven. Toen zij de Belgische grens passeerden, werden zij gearresteerd door een 'goede' Belgische politieman, die hen verder hielp. Op 16 juni verbleef het tweetal bij het echtpaar P.Boulard in Hainaut (B). Misschien verleid door de beloning, die door de Duitsers in het vooruitzicht werd gesteld, werd het tweetal op dezelfde dag gearresteerd. Via de beruchte gevangenis St. Gilles in Brussel werden zij overgebracht naar diverse krijgsgevangenkampen in Duitsland. -> Lees hun verhaal onder Toelichting. In een van deze kampen verloor hij het contact met F. Davies. Op 21 april 1945 werd hij door de Russen in het KG kamp Stalag IIIA, Luckenwalde, bevrijd en hij kwam op 14 mei 1945 weer in Engeland aan. Op 4 juli 1948 kwam hij bij een vliegtuigongeluk om het leven.

Stanley Alan Walker, reservist bommenrichter. De rest van de bemanning kende hem nauwelijks. Hij was deze bewuste avond aan deze speciale 'markeringsoperatie' toegevoegd om de nieuwe radarapparatuur (H2S) te bedienen. Ook hij belandde in krijgsgevangenschap.

James Frame, schutter, lukte het om uit Duitse handen te blijven. Met hulp van diverse verzetsmensen kwam hij uiteindelijk terecht in Zeelst (Veldhoven), waar hij de bevrijding afwachtte. Op 24 september 1944 arriveerde hij weer in Engeland. Frame is lijdende aan een ernstige ziekte en heeft zich uit het openbare leven teruggetrokken. Fred Davies heeft na zijn arrestatie een verschrikkelijk tocht gemaakt langs diverse krijgsgevangenkampen. Begin april 1945 werd begonnen met de zgn. 'dodenmars' o.l.v. Hongaarse SS'ers. Per dag werd 30 km te voet onder barre omstandigheden afgelegd om de naderende Russen voor te blijven. Op 27 april werd hij bevrijd en via Parijs kwam hij op 6 mei 1945 weer in Engeland aan.

Alma "Elmer" Rodgers, radio-telegrafist, overleefde ook deze crash, maar werd later toch nog krijgsgevangen gemaakt en afgevoerd naar een kamp in Duitsland. Na het bombardement op Gelsenkirchen in 1943 werd hij onderscheiden met Distinguished Flying Medal.

Gordon Bennett was de gezagvoerder. Een man met veel vliegervaring, hij had voor de oorlog als vlieginstructeur in Canada gewerkt. Vlak voor zijn vertrek naar Engeland was hij getrouwd en sindsdien had hij zijn vrouw niet meer gezien. Zijn 'tour' van 45 vluchten had hij al volgemaakt. Hij wou graag weer terug. Hij was zelfs voorgedragen om naar Canada terug te gaan voor propaganda-activiteiten en om oorlogsaandelen te verkopen. De enige reden dat hij er nog steeds was, was dat hij ons beloofd had ons terzijde te staan tijdens onze tour. Hij wachtte op ons. Als de bemanning ook de tour had afgemaakt, konden zij (de Canadezen) met hem mee naar huis gaan. Gordon wachtte tot zijn bemanning het vliegtuig had verlaten om vervolgens als laatste te springen. Het zou zijn laatste sprong worden: landbouwer P.J.M. Ketelaars vond de andere dag om ca. 16.00 uur het lijk van Gordon Bennett op zijn bouwland in de Bakertand. De parachute was niet geopend, zijn hoofd vertoonde een wond. Waarschijnlijk is Bennett gewond geraakt tijdens een explosie, die zich in het vliegtuig heeft voorgedaan op het moment dat hij wilde springen. Ook is het niet uitgesloten dat hij door de explosie in het vliegtuig in bewusteloze toestand naar buiten is geslingerd. Op 27 mei 1944 werd hij te Goirle begraven en in 1946 vond een herbegraving plaats naar het Militair Canadees Kerkhof in Bergen op Zoom. Bennett werd tweemaal onderscheiden. Voor moedig en koelbloedig optreden in 1943 kreeg hij het Distinguished Flying Cross (DFC). Tijdens een aanval op Gelsenkirchen werd zijn toestel door vijandelijk vuur in brand geschoten. Hij wist in een duikvlucht het vuur onder controle te krijgen en zijn toestel, vol met kogelgaten, veilig in Engeland aan de grond te zetten. Zijn optreden boven Breehees: zelf wachten met springen zodat zijn bemanning het vliegtuig kon verlaten, werd postuum beloond met het Distinguished Service Orders (DSO).

In het Bomber Command Museum of Canada in Nanton/Alberta www.bombercommandmuseum.ca hangt deze plaquette ter herinnering aan de Canadese bemanning.


Een Lancaster hoog in de lucht.

De staaf is afkomstig van de gecrashte Lancaster op Breehees. Thans aanwezig in het Oorlogsmuseum De Bewogen Jaren in Hooge Mierde .http://www.museumdebewogenjaren.nl/

Technische informatie over het vliegtuig:

Lancaster III, squadroncode L.Q. Het toestel behoorde tot 405 Royal Canadian Air Force (RCAF) Het behoorde toto de 8. Pathfinder Force met als thuisbasis Gransden Lodge, Beds. Motto: Ducimus. (wij leiden) Doel van deze missie wasspeciale visuele markering van het spoorweg emplacement in Aken (Dld). Het toestel werd aangeschoten door een Duitse nachtjager (Me.110)

Bron:

Goirle 1940-1945, een grensdorp bedreigd, bezet en bevrijd (1994), hoofdstuk 4 Oorlog boven Goirle.

(Bewerking: Gerrit Kobes)