Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Visserij Geertruidenberg

Hal visafslag, gebouwd in 1772, gebruikt tot 1880.

Hal visafslag

Al vóór de St.-Elisabethsvloed in 1421 viste men vanuit Geertruidenberg in de rivieren de Maas en de Donge. Ook werden vergunningen afgegeven om in de stadsgracht te vissen. Na de grote overstroming werd de enorme watervlakte, die ten noorden van de stad ontstond, als visgrond in gebruik genomen. Er werd gevist op zalm, elft en steur. De bijvangst bestond uit andere (rivier)vis, die de vissers voor eigen gebruik mochten houden of verkopen. Over de verhandelde vis op de afslag moest aan de stad belasting betaald worden, het ingeld. Uit bewaard gebleven stadsrekeningen is op te maken dat de vis voor een groot gedeelte bijdroeg aan de inkomsten van de stad. De vissers profiteerden zelf niet van deze welstand en konden met moeite een bestaan voor zichzelf en hun gezin opbouwen.

De vishandelaren verdienden het meest aan de visserij. Er is berekend dat in de zestiende eeuw honderd tot honderdvijftig vissers in de hele verdronken Grote Waard actief waren. In 1790 gaven slechts 36 inwoners van Geertruidenberg aan dat ze visser waren en in 1940 waren dat er nog zes. In 1810 verviel de pachtverplichting en het gebod om de aangevoerde vis op de afslag te verhandelen. Vanaf 1880 werd de visafslag in Geertruidenberg niet meer gebruikt. De vissers waren verplicht alle vis naar de afslag in Geertruidenberg te brengen. Dat gold ook voor de gevangen vis buiten het Bergse Veld. Bovendien kwamen vissers van elders naar de afslag in Geertruidenberg, omdat daar nu eenmaal vraag en aanbod bij elkaar kwamen.

Het verlandingsproces in de Biesbosch deed de visserij geen goed, ondanks de waterstaatkundige maatregelen die genomen werden om de effecten ervan te verminderen. Waterverontreiniging, vernietiging van paaiplaatsen door het kanaliseren van rivieren en door slecht werkende zalmtrappen en tot slot afsluiting van het Haringvliet in 1970 in het kader van de Deltawerken brachten de nekslag toe aan de enkele zalm die het nog tot Geertruidenberg bracht en aan de visserij hier ter plaatse.