Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Overlijden Jacobus J.J.B. de la Geneste

Op 5 juni 1868 maakt Jacobus J.J.B. de la Geneste zijn testament op bij notaris Freher te Heeze. Blijkens een brief van de burgemeester is Jacobus lijdende aan "slepende ziekte" en wellicht spoedig stervende. Zie brief burgemeester

Testament

Testament J.J.J.B. de la Geneste

Op heden den vijfde junij achttien honderd acht en zestig heb ik ondergetekende Hendrikus Markwartus Freher, nota ris in het arrondissement Eindhoven gevestigd ter standplaats Heeze mij begeve ten woonhuize van den WelEdele Gestrenge Heer Jacobus Jozephus Johannes Baptista dela Geneste medicinea Docter wonende te Leende arrondissement voormeld. En is aldaar voor mij notaris voornoemd verschenen de voormelden Heer Jacobus Jozephus Johannes Baptista de la Geneste welke comparant over zijne na te laten goederen verlangende te beschikken mij notaris zijnen willen dien einde zakelijk heeft opgegeven ten gevolge van welke opgave ik notaris voornoemd den zelven eigenhandig heb in geschrift gebragt als volgt Ik stel en benoem tot mijne enige erfgenaam mijne huisvrouw Maria Catharina Koppen, en herroep alle vroegere door mij verleden uittersten willen. Voorts heb ik ondergeteekende notaris nadat den comparant testateur op tijd en plaats als voren de bovengemelde zake lijke opgave in de tegenwoordigheid van de Heeren Thielemanus Kemps en Adrianus Hendrikus Kemps beiden zonder beroep en te Leende woonachtig als getuigen, had herhaald, aan hem testateur de bovenstaande in schrift gestelde beschikking in tegenwoordigheid der genoemde getuigen in duidelijke bewoor dingen voorgelezen, wijders heb ik ondergeteekende notaris hem testateur afgevraagd of de zelven zijnen uitersten wil bevatten is zulks toestemmend door hem testateur beantwoord, heb bende ook deze voorlezing en afvraging door mij notaris en beantwoording door den voornoemden testateur in tegen woordigheid der genoemden getuigen plaats gehad. Eindelijk heeft den voornoemden den notaris bekenden ver schenen comparant testateur onmiddellijk na geheele voor lezing van dit zijn testament door ons notaris in tegenwoor digheid der genoemden aan ons notaris bekenden getuigen aan hem testateur gedaan in de tegenwoordigheid der gemelde getuigen onmiddellijk na de gezegde voorlezing dit zijn testament geteekend. En hebben den voornoemden testateur de gemelde getui gen en den notaris deze minute onmiddellijk na gedane voorlezing derzelve geteekend (Handtekeningen)


Geregistreerd te Helmond den drieentwintigsten julij 1800 tweeenzeventig deel 77 folio 67 rectovak 8 een blad geen renvooyen. Ontvangen voor regt f.2.40 voor 38 opcenten f.0.91 ½ te samen drie gulden eenendertig en een halve cent
Def. Ontvanger
f. 3.31 ½





Bijna vier jaar na het opmaken van dit testament overlijdt Jacobus Josephus Joannes Baptiste de la Geneste op 4 mei 1872 te Leende. Hij is 63 jaar geworden. Omdat hij niet onvermogend is wordt een "Memorie van aangifte" verlangd.


Memorie van aangifte


Memorie van aangifte der nalatenschap van den weledelen zeer geleerden Heer Jacobus Josephus Johannes Baptista dela Ge neste, overleden te Leende


De ondergetekende Maria Catharina Koppens weduwe van den weledelen zeer geleerden Heer Doctor Jacobus Josephus Johannes Baptista de la Geneste, zonder beroep woonende te Leende, den effecte dezes de ten kantore van den Notaris Julianus Johan Neomagus te Heeze Verklaart

Dat haar voornoemden echtgenoot de Heer Jacobus Josephus Johannes Baptista de la Geneste op de 4 Mei 1872 , binnen de Gemeente Leende, als zijne laatste en vas te woonplaats, ouder en kinderloos is over leden, de aangeveres, blijkens testament verleden voor den Notaris Hendrikus Markwartus Freher , residerende te Heeze op den 5 junij 1868 nalatende tot zijne eenige en algemeene erfgename Dat het actief dezen nalatenschap beslaat in, de onverdeelde helft, van
1. Twee perceelen Bouwland gelegen onder de Gemeente Leende, in sectie A nummers 984 en 1086 tezamen groot achtenveertig aren twintig centi aren voor het geheel in gemoede begroot op een waarde van f. 300,-
2. Huismeubelen, bedden en linnen goed , boeken , medicijnen, Paard, en bouwgereedschappen, in gemoede begroot op f.1150.-
3. Klederen en lijftoebehoren van den overledenen ingemoede be groot op f. 50,-
4. f. 800,- 2 ½ procent nationale rentelijke schuld, waarden ten dage van het overlijden f. 440,-
5. Een Hypothecaire schuldvordering terzake van geleende gelden ten behoeve van den overledene en ten laste van Francis Cox en Jacoba Cox bouwlieden wonende te Maarheeze , blijkens akte ver leden voorden notaris Hendrikus Markwartus Freher resideren de te Heeze, op den 16 september 1860 rentende 4 ½  % groot f. 500,-
6. Eene schuldvordering wegens geleende gelden, ten behoeve als voren, en ten laste van Jacobus Kouwenberg te Leende blijkens onderhandsche akte geteekend te Leende den 1 januarij 1865, rentende 4 ½  % groot f. 350,-
7.Eenders, terzake en behoeve als voren ten laste van Hendrik Joppen te Leende blijkens onderhandsche akte geteekend te Leende den 1 september 1868 renten de 4 ¼  % groot f. 180,-
8. Renten op een en ander verschuldigd tot en met den dag van het overlijden f. 22,30
9. Eenige ……………. ter zake van het beroep van den overledene in gemoede begroot op f. 50,-
10. Aan kontante gelden f. 25,20
tezamen f.3067,50

Waarvan ½ is ----------------------------- f.1533,75

Dat het passief dezer nalatenschap bestaat , en dood en begrafeniskos ten, terzake der geloofsbelijdenis van den overledenen, waaronder begrepen, de sommen, besproken en uitgekeerd voor de uitvaart van den Erflater, ende ten zijnen be hoeve gedaane kerkelijke diensten, ofte vieren godsdienstige plegtigheden, sedert den dag van zijn afsterven tot en met het eerste jaargetijde na zijn overlijden f. 260,77
Rest f.1272,98


Zodat het zuiver overschot dezer nalaten schap bedraagt de som van twaalf honderd tweeënzeventig gulden acht ennegentig cents Wijders verklaart de aangeveres dat de overledene geene goederen als bezwaar de Erfgenaam of in vruchtgebruik bezat, en dat door zijn overlijden, geene periodike uitkeeringen zijn overgegaan of zijn vervallen. Endelijk dat buiten de aangeveres door niemand anders iets , uit den nalatenschap van den overledenen, wordt geerfd of verkregen Leende den 10 november 1872 De weduwe J: de la Geneste



Op deze nalatenschap is mitsdien verschuldigd voor regt van successie de som van eenenvijftig gulden twaalf cent, en voor regt van overgang naar art……..der wet de som van twee gulden vijfentwintig cent, tezamen drieënvijftig gulden zevenendertig cent Specificatie nota verzonden 12 november 1872 De Ontvanger

Na een ingewikkelde berekening komt het af te dragen bedrag van successierecht op f. 53,37



terug