Nicolaas Knipstraat (Tilburg)
Stadsdeel: | Oud Zuid |
---|---|
Wijknaam: | Korvel |
Datum besluit: | Secretarie 11 mei 1926 (2) [Gemeenteblad 1926 nr. 13] |
Jaar: | 1921 |
Vanaf het Rubensplein in noordwestelijke richting tot de Rembrandtstraat.
[Copyright foto: www.elsfranken.nl (2008)]
Herkomst
Gedenksteen in woonhuis familie Knip
in de Haseltstraat 182, foto 1983.
Nicolaas Frederik Knip is de stamvader van het
bekende kunstschildersgeslacht Knip, waarvan Josefus Augustus Knip
de bekendste is. Nicolaas Frederik werd geboren te Nijmegen en
gedoopt op 12 februari 1741 in de N.H. Kerk aldaar. Zijn ouders
waren Willem Knip en Lisebet Steenhof. In 1772 vestigde hij zich te
Tilburg. Voordien leidde hij een reizend leven en hield hij zich
voornamelijk bezig met het schilderen van behangsels voor kastelen
en lusthoven. In de dorpsrekening van Tilburg over het jaar 1775
lezen we, dat hij een bedrag van 19 gulden en 12 stuivers ontving
als arbeidsloon voor 't schilderen van drie waarschouwings
borden teegen de boomschenders als meede voor 't verven van de
blinden en lessenaer in de klerke kamer. In 1776 schilderde hij
de Predikants wooninge.
Van zijn hand zijn enkele schilderijen bekend. Hij trouwde op 2 januari 1774 te Tilburg met Anna Elisabeth Drexler (ged. Tilburg 26 augustus 1753, begr. 's-Hertogenbosch 7 februari 1788), dochter van Matthijs Drexler, de camerbewaarder van het kasteel. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren, namelijk Anna Elisabeth (ged. Tilburg 15 februari 1775, overl. 'sHertogenbosch 24 september 1834), Josephus Augustus (ged. Tilburg 3 augustus 1777, overl. Berlicum 1 oktober 1847) kunstschilder, Henriëtta Geertruy (geb. Tilburg 19 juli 1783, begr. Haarlem 29 mei 1842) kunstschilder, Mattheus Derk (geb. Tilburg 30 december 1785), overl. Vught 24 april 1845) kunstschilder, en Frederik Willem (ged. 's-Hertogenbosch 3 februari 1788, overl. 's-Hertogenbosch 23 juni 1821) kunstschilder.
Het gezin Knip woonde respectievelijk in de Nieuwlandstraat, Hasseltstraat, Heuvel en vervolgens in de Noordstraat. In 1787 verhuisde hij naar 's-Hertogenbosch. Daar werd hij in 1792 lid van de patriottenorganisatie Vaderlandsche Sociëteit te Brutusbosch, Eyndelijk uit d'onderdrukking. Voor het stadhuis schilderde hij in 1795 op een koperen plaat een vrijheidsbeeld. In 1795 werd hij blind. Hij overleed aan waterzucht te 's-Hertogenbosch en werd op 23 maart 1808 in de St. Jan begraven.
Bron: Ronald Peeters, De straten van Tilburg (1987).