Meester Aert Claessen

In de dorpsrekening van 1626 staat schoolmeester Aert Claessen genoemd. Hij was de opvolger van Willem Handrijck en zwaaide de onderwijsscepter in Udenhout voor een periode van tenminste 10 jaar. Maar deze schoolmeester had nog meer nuttige kwaliteiten: hij kon schrijven. Zo kwam het dat Aert Claessen regelmatig in de rekeningen van Udenhout voorkomt wanneer hij weer een “affacije” of een “attestacije” had geschreven. Daarnaast ontving hij herhaaldelijk geld voor het maken van kopieën en andere akten ten behoeve van de Udenhoutse regenten. We moeten daarbij niet uit het oog verliezen dat het tumultueuze tijden waren en ondanks dat Frederik Hendrik in 1629 ‘s-Hertogenbosch op de Spanjaarden had veroverd en daarmee de Meierij van ‘s-Hertogenbosch feitelijk onder het bestuur van de Republiek kwam, was het krijgsrumoer niet verstomd. Het bleef opletten geblazen voor de Udenhoutse vroede vaderen. Ze hielden troepenbewegingen nauwlettend in de gaten en brachten geschenken naar vooraanstaande personen in Heusden, Geertruidenberg, Breda of Den Bosch al naar gelang ze dat nodig achtten of daartoe werden gesommeerd. Het was een tijd van sauvegardes, vrijgeleidebrieven. We zien Aert Claessen dan ook een aantal keren dergelijke documenten kopiëren. Hij maakte ook lijsten van ingekwartierde soldaten, of van soldaten die door Udenhout trokken en allemaal een drankje en een hapje kregen om ze vervolgens zo snel mogelijk bij het volgende dorp af te zetten. Al die onkosten moesten vergoed worden en daar was aan goede administratie voor nodig. Al deze nevenactiviteiten zeggen ook iets over de taak van een schoolmeester. Blijkbaar was hij niet de hele dag in de weer met de kinderen en beschikte hij over genoeg tijd om zich met allerlei andere zaken bezig te houden.