Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Kees en Willem van Lamoen

Kees (1883-1954) en Willem (1889-1964) van Lamoen waren wee vrijgezelle broers, die de smederij van hun vader aan de Kreitenmolenstraat overnamen. Ze woonden samen met ongehuwde zus Marie (1891-1964). De smeden en hun werknemers maakten lange dagen, zoals blijkt uit het feit dat de gebroeders Van Lamoen beschikten over een arbeidsvergunning van 25 september 1922, waarin was geregeld dat jongens van 16 tot 18 jaar in de periode van 25 september tot en met 21 november 1922 11 uur per dag en 62 uur per week mochten werken. Het jaar daarop opnieuw, voor de periode van 23 oktober tot en met 25 november 10 uur per dag en 55 uur per week. Kees en Willem waren in Udenhout bekend als ”de Lemoentjes”. Ze waren niet vies van een grapje. Als er met een klant afgesproken werd ‘leveren aan huis’ dan betekende dat voor de Lemoentjes afleveren op de stoep, en niet verder, ook al was de kachel loodzwaar. Zoals bijna alle smeden waren de Lemoentjes lid van de vrijwillige brandweer. Ze woonden vlak bij de brandweerkazerne, waren technisch bekwaam, wisten van aanpakken en waren niet vies van vuur en vuiligheid. Aangezien de vrijgezellen Willem en Kees geen opvolgers hadden, ging het bedrijf in 1957 over naar de Biezenmortelse boerenzoon Jos van den Bersselaar. Jos, die al eerder in het bedrijf van Harrie van Rossum gewerkt had, begon met een eigen constructiebedrijf. De hoefstal die voor het huis aan de straat stond werd verkocht aan smid Geraar Olislagers.