Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Jos van Gorkum

Jos (Adrianus) van Gorkum trouwde met Cor (Cornelia) van Wezel op 15 juni 1937. Zij is een dochter van Cornelis van Wezel en Paulina Cornelia Klijn, een telg uit de eerder in dit hoofdstuk genoemde familie Klijn. Als 12-jarige moest Jos – zoals toen algemeen gebruikelijk was – al gaan werken bij de boer. Later werd dat de Regenboog in Tilburg. Hij had daar een goede baan, had zich opgewerkt tot magazijnmeester, maar kreeg pleuritis, een pijnlijke borstvliesontsteking, waardoor hij anderhalf jaar ziek thuis was. In die periode op zijn ziekbed ontwikkelde hij zijn zin om mooie dingen te maken met borduur- en fineerwerk. Toen hij weer hersteld was en terug wilde, was zijn baan vergeven. Enkele jaren later ging hij werken bij Lips Scheepsschroeven in Drunen. Met een aantal Udenhouters ging hij iedere dag op zijn brommer door den duin. Bij Lips heeft hij een systeem ontwikkeld om alle bouwtekeningen van onder andere scheepsschroeven op te bergen en te archiveren. Daar is hij tot zijn pensionering gebleven. Met de vrije tijd die hij toen had, kreeg zijn creativiteit de vrije loop. Nog jaren lang stond hij dagelijks aan de draaibank om mooie houten voorwerpen te maken. Hij deed dat in bijna dezelfde werktijden als vóór zijn pensionering. Bij Van de Voort kon hij regelmatig restafvalhout halen. Een muziekstandaard, een spinnenwiel, een schemerlamp, wat zijn ogen zagen, konden zijn handen maken. In menig kamer staat of heeft een kandelaar of fruitschaal gestaan.

Moeder Cor kon als kind al heel goed leren, getuige nog een missaal met daarin de tekst: "eerste prijs voor het opzeggen van den catechismus". Maar ondanks het feit dat ze goed kon leren, moest ook Cor als 12-jarige gaan dienen bij een “rijke” familie. Boeken hadden haar bijzondere aandacht en ze heeft altijd veel gelezen. Ze trouwde met Jos, deed het huishouden en zorgde voor haar vijf kinderen. Ze heeft de kinderen gestimuleerd om als ze konden, verder te studeren. Zij heeft samen met Jos hen zoveel mogelijk de ruimte gegeven. Gelukkig waren de kinderen gezegend met een goed stel hersens. De K.A.B. en het O.M.O. boden beurzen aan om het intellect van het arbeidersmilieu te stimuleren. Twee van de kinderen konden daar gebruik van maken. Overigens hebben ze allemaal doorgestudeerd en een goede maatschappelijke positie weten te bereiken.