Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Jo de Bakker

Jo kwam in mei 1953 bij de melkfabriek werken en bleef tot aan zijn pensioen in dienst van eerst de melkfabriek en later de CTM. Jo had zijn militaire dienst verricht in Nederlandsch Indië en werkte na terugkeer op de ouderlijke boerderij in de Groenstraat. In mei 1953 kreeg hij op ’n zaterdagavond bezoek van directeur Janssen en van boekhouder Harrie van de Ven met de vraag of hij op de fabriek wilde werken. De maandagmorgen daaropvolgend is hij al begonnen. Met een vaste baan en met gegarandeerd inkomen kon hij trouwplannen gaan maken. Hij trouwde in februari 1954 en het eerste kind kwam in januari 1955. Op de eerste werkdag moest Jo controleren of de aangeleverde melk niet zuur was. Hij kreeg de aanwijzing een emmer lauw water te nemen, een schepje van de aangeleverde melk te nemen en in het water te doen. Ging de melk schiften, dan was de melk zuur. Nadat driekwart van de aangeleverde melk al was verwerkt merkte Kees Melis op dat er deze dag nog geen enkele bus met zure melk was opgemerkt. Hij zei tegen Jo: “Hedde nog ginne ene zure?”. Bij navraag bleek dat er ook een beetje alcohol in het lauwe water moest, omdat anders de zuurproef niet werkt. Maar ja, dat had niemand verteld. Alle zure melk was gewoon het productieproces ingegaan. Het verhaal is typisch. Medewerkers kregen geen opleiding. Je moest alles leren in de praktijk. En Jo werd ingezet voor alle mogelijke werkzaamheden in de melkinrichting van de fabriek, behalve voor het boter maken, want daar hoorde wel een gedegen opleiding bij. In de winter kon het in de fabriek ijzig koud zijn. Ooit waren alle ramen bevroren. Een andere keer waren alle flessen kapot gevroren. Maar ja, vroeger was werk al snel goed. “Vroeger was het niet gauw erg”, aldus Jo. Op kantoor kregen ze om kwart over negen koffie. Niet in de fabriek. Daar konden ze van de melk drinken. Maar Jo hield niet zo van melk en dronk liever chocomel, met het nodige effect op zijn gewicht. Jo herinnert zich eens een rattenplaag, waarbij de ratten ’s nachts de doppen van flessen open knaagden. Er werd bij de boerenbond een grote hoeveelheid gif gekocht en royaal in en om de fabriek gestrooid. Dat zou nu niet meer kunnen.