Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Janus Bertens

Janus Bertens groeide op in het gezin van klompenmaker Janus van Zon en Kee de Groot. Hij kreeg vier halfbroers: Adrianus Martinus (Tinus), Johannes Henricus (Jo), Franciscus Adrianus (Frans) en Cornelis Adrianus (Kees), en ook drie halfzussen: Johanna Adriana (Juliana), Anna Elisabeth (Anna) en Johanna Maria. In Udenhout werd Janus Bertens vaak Janus van Zon genoemd.

Janus Bertens ging thuis mee aan de slag en leerde het vak van klompenmaker. Janus van Zon was een goed vakman en een goed leermeester. Driek van de Laar heeft 21 jaar gewerkt bij Janus van Zon en Janus Bertens. Hij woonde in het boerderijtje dat op de spie aan het einde van de Molenhoefstraat staat.

Van 1912 tot 1914 heeft Janus Bertens als militair huzaar gediend bij het 4e regiment Huzaren in het Nederlandse leger. Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 werd hij “gemobiliseerd”. Janus was van 1914 tot 1918 in Roermond, Tilburg en Roosendaal gelegerd. Met de mensen bij wie hij in Roosendaal ingekwartierd was heeft Janus nog tot in de jaren zeventig contact gehouden. Met zijn dienstmakkers heeft hij zijn leven lang nog regelmatig een reünie gehouden.

Janus Bertens trouwde op 12 januari 1916 met Cato Brehm. Cato werkte op kasteel De Strijdhoef in de keuken en had daar geleerd om eten uit te serveren en in de Franse taal toe te lichten wat er gegeten werd. De eerste jaren van hun huwelijk woonden Janus en Cato in Oisterwijk direct naast de Kerkhovense molen. Hun eerste kind, dochter Jo, is daar geboren. In 1918 verhuisde Janus naar het ouderlijke woonhuis in Udenhout waar hij de klompenmakerij van Janus van Zon voortzette en er de rest van zijn leven bleef wonen. Janus en Cato kregen negen kinderen, vijf dochters (Jo, Annie, Cor, Mien en Jules), twee zonen (Jo en Sjef) en twee doodgeboren kinderen. Het was een gezellig gezin, waar iedereen een goede jeugd gehad heeft. In de dertiger jaren werd het crisistijd. Naast klompen maken verbouwde men ook aardappelen en groenten en hield men een paar varkens. Op het dieptepunt van de crisis gingen Janus Bertens en zijn twee zoons Jo en Sjef op de Schoorstraat bosgrond ontginnen (boomwortels verwijderen) om zo wat geld bij te verdienen. Alles bij elkaar heeft men altijd goed rond kunnen komen.

Eind dertiger jaren werd het leven van het met de hand maken van klompen steeds moeilijker doordat de concurrentie machinaal ging werken. Omdat de twee zonen van Janus Bertens, Jo en Sjef, ook graag het klompenmakersvak in wilden, besloot Janus Bertens om zijn bedrijf te mechaniseren. Om deze forse investering te kunnen bekostigen, verkocht hij zijn zes woningen, die in een zijstraat van de Groenstraat stonden nabij waar nu de inrit van zwembad de Groene Wellen is. Via agent Raven uit Krommenie werden een afkortzaagmachine, een lintzaagmachine, een kopieerbank en een uitboormachine besteld bij machinefabriek Constant Philips in Puurs, België. De kopieerbank en de boormachine werden nog in 1939 afgeleverd. Op 10 mei 1940 brak ook in Nederland de oorlog uit. Janus had slapeloze nachten, want het was niet zeker of de bestelde en reeds door hem betaalde lintzaagmachine nog geleverd zou worden. Uiteindelijk werd in augustus 1940 de laatste machine toch nog afgeleverd. De buurt was niet blij met deze mechanisatie, want als Janus zijn machines liet draaien, was de stroom verderop in de straat zo zwak dat lampen en radio’s uit gingen. Om de stroomvoorziening te verbeteren wilde de PNEM een transformatorhuis plaatsen op het erf van Janus Bertens. Janus zag dat niet zitten en zorgde er voor dat de PNEM op de spitse hoek een stukje grond kon kopen voor het transformatorhuis, wat er tot op de dag van vandaag nog staat. De afkortzaagmachine en de lintzaagmachine werden gedemonteerd en opgeborgen uit angst dat ze door de Duitsers meegenomen zouden worden. Na de bevrijding werden de machines weer opgebouwd en de productie hervat. Er was een tekort aan alles, dus de klompen vonden gretig aftrek, vooral in Noord-Nederland. De productie liep op tot ruim 500 paar per week. Eind veertiger en begin vijftiger jaren heeft men zelfs enkele personeelsleden gehad. Cor Bertens schilderde in die tijd 500 paar klompen per week en dat geheel met de hand.

Vele Udenhouters kochten hun klompen bij Bertens. Je moest wel wat tijd uittrekken voor het halen van een paar klompen want er werd altijd tijd gemaakt voor een praatje. “Buurten” noemden ze dat. Boeren uit de omgeving haalden houtsnippers en zaagmeel op voor gebruik in kippen- en varkensstallen. Afvalhout werd verkocht als brandhout.

Janus Bertens was lid van de Nederlandse Vereniging van Klompenfabrikanten. Door goed vakmanschap wonnen de door hem gemaakte klompen regelmatig eerste en tweede prijzen op de jaarlijkse klompenbeurzen in Doetinchem en Sint-Oedenrode. Uiteindelijk zat Janus ook in de jury van de klompenbeurs. Verder is Janus Bertens meer dan vijftig jaar lid geweest van de schuts, waarvan hij jarenlang secretaris was. Hij kreeg hiervoor in 1971 een Koninklijke onderscheiding.

In 1952 overleed Cato Brehm, de vrouw van Janus Bertens. Op dat moment woonden Jo en Jules nog thuis. Jules ging een jaar later het klooster in bij de Zusters van Barmhartigheid in Vught. Haar kloosternaam was zuster Beata. Begin zestiger jaren is zij geplaatst in het klooster De Burgh in Eindhoven, waar ze tot haar pensionering psychiatrische patiënten begeleidde. Hiervoor heeft ze een Koninklijke onderscheiding ontvangen. Cor Bertens was getrouwd met Gerrit Peeters die bij textielfabriek Thomas de Beer werkte. Zij hebben altijd op de Berkelseweg gewoond. Cor heeft jarenlang als huishoudelijke hulp bij de Rijkspolitie te Udenhout en bij hotel restaurant Bos en Duin gewerkt. Sjef Bertens trouwde met Annie van Groeninge uit Tilburg en begon een winkel aan de Slimstraat. Jo trouwde met Henk Dekkers die weefgetouwsteller was. Zij woonden korte tijd in de Berkelseweg en verhuisden later naar Tilburg. Mientje trouwde met de Tilburgse loodgieter Bert Konings en ook zij ging in Tilburg wonen. Annie trouwde met Cor van Turnhout die bij de politie werkte en ging in Eindhoven wonen. In 1955 hertrouwde Janus Bertens met Helena van Boxtel. In 1957 trouwde Jo Bertens met Riet Vercammen en ging in de Groenstraat 6 wonen. Riet had er samen met haar halfbroer Piet de Bont een Spar levensmiddelenwinkel.


Janus Bertens
BertensJanus.jpg