Huize Vincentius boerderij

De boerderij was een voortzetting van het vroegere boerenbedrijf van de schenker Gouden Willem van Iersel. Het landbouwbedrijf was zo’n 11 ha. groot, met 6 koeien en twee hokken met 200 kippen, met later ook nog slachtkuikens. Regelmatig werden wat oudere zogenoemde lege zeugen en biggen aangekocht en vetgemest voor de slacht. De totale productie van de boerderij, zoals de melk (geschat op plusminus 20.000 liter per jaar), eieren (jaarproductie geschat op plusminus 35.000 eieren), het geproduceerde varkensvlees, geteelde granen, aardappelen, groenten en fruit waren bestemd voor de bewoners van Huize Vincentius. Daarnaast werden de producten ook geleverd aan het moederklooster in Den Bosch en aan de Zusters in Esch. Men was ook aangesloten bij de Boerenbond voor inkoop van kunstmest, zaaizaad en pootgoed. Na de oorlog gooide men het over een andere boeg. Al het melkvee werd geruimd en via de “Grontmij” werden alle gronden diep gespit, geëgaliseerd en gedraineerd en werd 3 ha moderne boomgaard aangeplant met diverse appel-, peren- en pruimenbomen (geen hoogstam-, maar struikvormbomen). Twee rijen bestaande hoogstambomen met appels (goudreinetten) bleven staan. Daarnaast huurde Vincentius de boomgaarden van de koekfabriek van Van de Ven in de Groenstraat en van Le Mire van het kasteel De Strijdhoef. De oogst van het fruit ging naast eigen gebruik voor een deel naar het moederhuis in Den Bosch en naar de zusters in Best. Voor het personeel was het een grote omschakeling van veehouderij naar moderne fruitteelt.