Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Fraterhuis glas in lood ramen

Fraterhuis glas in lood ramen
Fraterhuis 50 jaar.jpg
1951 Het gouden kloosterfeest van de Fraters in de Slimstraat. Rechts twee ramen in beeld van de kapel. In de huiskapel werden alleen stille missen gevierd. Zondags gingen de fraters naar de Hoogmis in de parochiekerk en in de middag naar het Lof. Foto: Jan Swolfs

Met veel belangstelling las Jan Swolfs het artikel over het Fraterhuis in Udenhout in het Brabants Dagblad van 7 april 2023. De toekomst van het leegstaande gebouw is onzeker en heeft uit oogpunt van veiligheid een tijdelijke bewoning. Het was dat huis waar Jan in het verleden als frater heeft gewoond en gewerkt. Vanaf 1949 tot 1955 is hij nauw betrokken geweest bij het onderwijs en het culturele leven in Udenhout. Over de foto van het glas-in-lood raam weet hij veel te vertellen, hij was er als ‘kunstfrater’ nauw bij betrokken. Krelis Swaans uit Tilburg heeft het verhaal van Jan Swolfs opgetekend. Het is hieronder opgenomen. Behalve de gesprekken met Jan Swolfs heeft Krelis ook gebruik gemaakt van "de Kroniek Udenhout (18) 1951 uit het archief van de Fraters van Tilburg.

Jan Swolfs is nu (2023) 96 jaar. Na de opname van zijn vrouw Annie in het zorgcentrum de Reyshoeve, verhuisde hij naar een zelfstandige wooneenheid in de buurt. Na een tijd van intensieve zorg overleed Annie in aug. 2019 met wie hij ruim 37 jaar gehuwd was. Vóór zijn huwelijk maakte Jan deel uit van de Congregatie van de Fraters van Tilburg. De onverwachte ontwikkelingen binnen de katholieke kerk hadden ook gevolgen voor zijn kloosterleven. Hij koos voor een zelfstandig bestaan.

Zijn kloosternaam was Frater Hospitius

In 1939, op 13 jarige leeftijd, ging hij naar de kweekschool van de Fraters in Goirle. Op 20 aug. 1943 deed hij zijn intrede in het noviciaat bij de Fraters. Hij koos de naam Hospitius en werd als nieuweling ook ‘ingekleed’: een zwarte fratertoog met brede ceintuur, een witte boord en solidé. Dat laatste, ‘kalotje’, werd nog slechts door de oude garde gedragen. Als afsluiting van het noviciaat ontving hij het professiekruis en was toen ‘volledig’ frater. Op 29 aug. 1943 deed hij zijn eerste tijdelijke professie en kwam in het aspirantaat en daarmee in het grote Moederhuis terecht in de Gasthuisstraat. Op 7 juni 1947 behaalde hij zijn onderwijsakte. Vanaf juni 1947 tot augustus 1985 was hij werkzaam op scholen in Boxtel, Deurne, Udenhout, Den Haag Goirle en St. Michielsgestel (de Ruwenberg)

Aankomst per bus in Udenhout

Op 6 jan. 1949 arriveerde frater Hospitius met de bus op zijn nieuwe standplaats Udenhout. Omtrent zijn kwaliteiten was Frater Hospitius veelzijdig te noemen. Van een medefrater leerde hij de eerste beginselen van het fotograferen, ontwikkelen en afdrukken. Hij werd daarmee verder begeleid door de bekende Udenhoutse fotograaf Pieter van der Plas. Hij beschikte al snel over een eigen doka in zijn nieuwe huis. Vele feesten zoals o.a. het zilveren priesterfeest van Pastoor Karel Prinsen in 1951, maar ook diverse jubilea van fraters in Udenhout en Oisterwijk werden door hem vereeuwigd. Daarbij werden ook zeker culturele evenementen in het dorp niet vergeten. Het is mede daardoor dat de verhalen over zijn verleden rijkelijk kunnen worden aangevuld met passende foto’s. Als jonge frater wilde hij zijn kwaliteiten verder ontwikkelen. Onder leiding van frater Vincenzo volgde hij elke woensdag- en zaterdagmiddag een tekencursus in een apart lokaal van de kweekschool. Stillevens of gipsmodellen werden, naar een ‘vrije’ hand voor persoonlijke effecten, op papier gezet. Dit alles als voorbereiding op het examen in Den Haag dat op 23 juli in het ‘burger’ werd afgelegd. Leden van de vrijmetselaars maakten immers deel uit van de examencommissie en moesten onpartijdig zijn en blijven. In het volgende schooljaar volgde frater Hospitius met een collega de opleiding handenarbeid op de kweekschool in Den Bosch. Deze opleiding werd met succes afgesloten met een examen in Eindhoven.

Bij vele feesten op de school of in de parochie was Hospitius steeds betrokken bij de aankleding van het decor. Foto’s van een interieur of versieringen aan de gevels, o.a. de pastorie bij het zilverenfeest van de pastoor, laten dat zien. Maar ook feestgidsen kwamen vaak van zijn hand.

Bij dit grote feest werd door de bevolking van Udenhout een cadeau aangeboden. Als ‘kunstfrater’ was Frater Hospitius (Jan Swolfs) ook betrokken bij de invulling van het cadeau. In het vizier kwam het glas-in-lood raam in de kapel van de fraters. De oude voorstelling was meer algemeen van aard. Voor pastoor Prinsen, die er nauw bij betrokken was, moest het iets bijzonders worden én door een echte kunstenaar worden gemaakt. Bij nader oriëntatie door de pastoor kwam de naam Charles Eyck in beeld. Deze kunstenaar/glazenier had al meer werk gemaakt in de omgeving dat aanschouwt kon worden en waarvoor de pastoor bewondering had. Na overleg met de fraters werd de kunstenaar/glazenier uitgenodigd.

Fraterhuis glas in lood ramen
Kapel fraterhuis muurschildering.jpg
1951 Interieur kapel Fraterhuis Udenhout. Glas-lood-ramen, aangeboden door de bevol-king van Udenhout bij het 50-jarige jubileum van de Fraters. Gemaakt door Charles Eyck.

De foto is gesigneerd door P. van de Plas, fotograaf in Udenhout. Foto: Archief Fraters van Tilburg

Als gewaardeerd kunstfrater werd frater Hospitius er bij betrokken. “Mijn kamer bevond zich op de eerste verdieping naast de kapel. Van daaruit kon men het koor bereiken en kreeg men een goed zicht op de drie ramen.” Maar hoe moest de opdracht worden ingevuld ? Door het aantal ramen (3) werd gedacht aan de drie geloften die iedere frater aflegde bij zijn intreden in het klooster. Charles Eyck nam deze suggestie mee ter overweging. Hij had was nog blano. Ook bij het daarop volgende overleg met de kunstenaar, de pastoor en directeur van de fraters werd frater Hospitius betrokken. De uiteindelijke beslissing werd door de Superior van de Fraters genomen, waarbij vast stond dat de drie geloften zouden worden uitgebeeld: Armoede, Zuiverheid, Gehoorzaamheid. (Waakzaamheid)

De kunstenaar kwam op het idee om in elk raam Maria als Mater Dei Misericordiae uit te beelden aangevuld door een gelofte. Het eindresultaat werd met veel enthousiasme aanschouwd. Het was kleurrijk, mooi en rijk aan inhoud. Men was vol bewondering. In het linkerraam ziet men Maria met een lelie in de hand als teken van beminnelijkheid, zuiverheid, vruchtbaarheid, vrouwelijkheid, eenheid, vergankelijkheid. De ooievaar aan haar voeten staande op een been houdt in de andere poot een steen vast, als teken van waakzaamheid, continu aandacht hebben voor waar men mee bezig is, allert zijn !

Fraterhuis glas in lood ramen
Glas in lood fraterhuis.jpg
Het glas-in-lood-raam in de kapel van de Fraters in Udenhout. Foto: Krelis Swaans

In het middenraam houdt Maria een palmtak vast en draagt een kroon op haar hoofd. De palmtak staat voor haar maagdelijkheid. Dit raam werd geïnterpreteerd voor armoede, maar men had ook vraagtekens bij de invulling. Enige zwarte piksels werden gezien als mieren, zo arm. In het linkerraam ziet men Maria als de moeder van Christus met een kruis in haar hand. Haar zoon die zijn kruis droeg naar Golgotha. Daaronder een liggende kameel: als teken van gehoorzaamheid, gedwee de last dragend die werd opgelegd. Nadat het cadeau van de bevolking was geplaatst, kondigde pastoor Prinsen vanaf de preekstoel aan dat het cadeau voor iedereen te bezichtigen was. Niet vanuit de binnenkant, maar het raam zou ’s avonds van binnenuit belicht worden, waardoor ieder de schoonheid van het kon bewonderen aan de buitenzijde. Het zou ondoenlijk zijn de bevolking van Udenhout in het kleine fraterhuis te ontvangen. Ook al zal het gebouw in de toekomst een andere bestemming krijgen, dit cadeau 72 jaar geleden geplaats, zal een blijvende herinneren dat het gebouw ooit het woonhuis van de Fraters van Tilburg was.

Het Jubileum.

Het jubileum in 1951 was een dubbel feest. Niet alleen het fraterhuis, ook de jongensschool bestond 50 jaar. Reden voor feest in het hele dorp. Op 2 mei 1951 werd door een oud-leerling pater P. v.d. Ven, (kapucijn) een H. Mis opgedragen. Daarna was er een tractatie op krentenbollen en chocolademelk en volgden voetbalwedstrijden voor de jeugd.

Het hele dorp vierde feest op 6 mei 1951. Tijdens de Hoogmis zong een versterkt koor de 4-stemmige Mis ‘Klosterenburger Messe in E’ van Johan Fux. De Pastoor hield een feestrede over de tekst: ‘Neem het kind en voed het op”. Na de Mis ging het in feeststoet met bruidjes en het uitvoerende comité naar het rijk versierde fraterhuis. Aanwezig waren frater Superieur, fr. Petrus Can. alle oud-Oversten en alle fraters die in Udenhout waren geboren. Gedurende de receptie was het verkeer door de politie omgeleid. Iedereen van hoog tot laag kwam hartelijk en gemoedelijk zijn gelukwensen aanbieden. Fr. Superior moest na de receptie even gaan rusten. Om drie uur volgde het plechtig lof, waarbij alle plaatsen waren bezet. Om 4 uur zou er een massale bijeenkomst zijn op het terrein bij het parochiehuis. Er brak echter een onweer los, zodat allen naar binnen moesten vluchten. De burgemeester hield een prachtige rede en bood als feestgeschenk drie gebrandschilderde ramen aan, voorstellende de drie kloostergeloften vervaardigd door Charles Eyck. Frater Overste Arnold sprak een dankwoord, en wees op de goede verstandhouding met de burgerlijke en wereldlijke overheid. Ook frater Superior hield een toespraak die indruk maakte. Als slot trad het Brabants orkest op onder leiding van Hein Jordans. Al met al een prachtige geslaagd feest, waarbij duidelijk bleek dat de fraters in het dorp in aanzien waren. De volgende zondagen speelden de jongens een revue die zeer in de smaak viel.