Familieperikelen Van den Bosch

De derde zoon van notaris Van den Bosch, Louis, was pastoor van het Twentse Denekamp. De tweede zoon, Gerard, geboren in 1829, was net als zijn vader notaris, werkte eerst op notariskantoren in Buurmalsen en Boxmeer en van 1854 tot 1863 op het notariskantoor van zijn vader in Udenhout. In 1863 solliciteerde hij naar de functie van notaris in Tubbergen, vlakbij de locatie waar zijn broer priester was en waar zijn zus Maria woonde. De jongste zoon Sjef, geboren in 1844, ging als notarisklerk met Gerard mee naar Tubbergen. En zus Antonia, geboren in 1842, ging mee naar Tubbergen om bij haar broers de huishouding te doen. We leren onze familie Van den Bosch goed kennen als in januari 1907 Louis van den Bosch, de pastoor van Denekamp is overleden. De hele gemeente van Denekamp was in diepe rouw vanwege de dood van hun geliefde pastoor. Maar terwijl de begrafenis nog aan de gang was lieten de broers Gerard en Sjef, de notarissen uit Tubbergen, een verhuiswagen voorrijden bij de pastorie om die helemaal leeg te halen, ook de kerkelijke boekwerken, de kerkelijke archieven, de volledige inhoud van de brandkast en de privé-gelden van de pastoor. Er ontstond ter plekke een rel met het kerkbestuur. Het bleek dat de broers en zussen Van den Bosch het nog altijd niet eens waren geworden over de erfenis van hun ouders en dat de pastoor in hun midden als beheerder van de ouderlijke nalatenschap was aangesteld. De broers Gerard en Sjef kwamen nu als het ware hun aandeel in de erfenis van hun ouders in natura ophalen.