Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Familie Hüsstege

'

WoutdePruis.jpg

Wout de Pruis

Bernard Hüstege, een schilder uit een van oorsprong Pruisische familie en in die jaren woonachjtig in Tilburg, maakte kennis met de Udenhoutse Maria van den Hout, met wie hij in 1869 in het huwelijk trad. Zij gingen wonen in een huis op de hoek van de Slimstraat met de Kuilpad. Het eerste kind werd geboren in 1870 maar overleed al op vierjarige leeftijd. Daarna kwamen er nog zeven kinderen, vijf meisjes en twee jongens. Behalve de zorg voor het eigen gezin namen ze ook de zorg op zich voor de drie kinderen van broer Heinrich Hüsstege na diens overlijden. Van de vijf meisjes gingen er twee in het klooster, Elisabeth (1871-1949) trad als zuster Placidi in bij de Zusters van Roosendaal en Theresia (1880-1970) trad als zuster Bernardo in bij de zusters van Dongen. De twee zonen waren Wout (1875-1969), die vanwege vaders afkomst de bijnaam "De Pruis" kreeg en Bernardus die naar zijn tweede naam Janus werd genoemd (1887-1955).

Moeder Hüsstege overleed in 1910, vader in 1917. Wout en Janus namen het schildersbedrijf van vader over, Janus als leidinggevende en Wout als medewerker. Na het vertrek van broer Janus naar Haaren, moest Wout uitzien naar een ander kosthuis. Eerst was hij een paar jaar in de kost bij café De Hemeltjes, waar Wout kennis maakte met de schietvereniging Sint Maurits. Maar Wout was geen scherpschutter, integendeel. Eens hadden zijn vrienden een opgezette haas op een veld geplaatst en zelfs die haas wist Wout niet te raken. Later werd Wout kostganger bij Tina Bouwens, die een kruidenierswinkeltje had achter in de Slimstraat. Wout genoot van de dagen, van het als jager of drijver meegaan in het jachtseizoen en van zijn borreltje bij “De Hemeltjes”. De jaren vorderden. Toen de jeugd hem Wout Slof ging noemen, werd het tijd om zijn intrek te nemen in het Sint Gerarduspension in Berkel. Daar mocht hij 93 jaar oud worden.