Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Een geruchtmakend faillissement

Op het einde van de 19e eeuw moeten de bewoners van Udenhout ervaren dat een geldlening op onderpand van onroerend goed soms verkeerd kan uitpakken. In korte tijd dienen zich in het centrum van Udenhout vier faillissementen aan. Het zijn allen caféhouders met één of meer nevenberoepen. De grootste klap valt als in 1890 als herbergier, logementhouder en koopman Franciscus Hendricus van Uden in een faillissement belandt. Hij had een groot hotel/café laten bouwen op de hoek van de Groenstraat en de Kreitenmolenstraat. Zowel het café/hotel als zijn handel kwamen in de problemen. Er werd op woensdag 14 mei 1890 een verificatievergadering gehouden in het paleis van justitie in Breda onder leiding van de curator Mr. PMJE Bloemarts. Bij de afwikkeling van het faillissement dienden zich twee preferente schuldeisers aan, waaronder één hypotheek ten behoeve van burgemeester Joseph van Iersel en een tweede hypotheek ten gunste van leerlooier Willem van den Bosch. De vele concurrente schuldeisers, waarvan slechts enkelen uit Udenhout, moeten genoegen nemen met een uitkering van 5% van hun vorderingen op de slotuitdelingslijst, wat tijdens de verificatievergadering akkoord was gevonden. De zaak Van Uden zet lange tijd de tongen in beweging.