Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Burgemeester Van de Mortelplein (Tilburg)

Stadsdeel: West
Wijknaam: Zorgvlied
Datum besluit: B & W 14 januari 1954
Jaar: 1954



Het plein, beginnende aan de Ringbaan-West, tegenover de René Norenburgstraat, en zich uitstrekkende in noordwestelijke richting tot de Zouavenlaan.


Burgemeestervdmortelplein.jpg


[Copyright foto: www.elsfranken.nl (2008)]


Herkomst

331.jpg


Monument van burgmeester Van de Mortel

op het Van de Mortelplein.



Mr. Jan Christiaan Alphonse Maria van de Mortel werd geboren te Tilburg op 19 juli 1880 als zoon van Josephus Florentinus Joannes van de Mortel, notaris, en van Francisca Antonia Maria Verheyen van Estvelt. Na gymnasiurn te Breda ging hij rechten studeren aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam. In 1907 studeerde hij af en hij vestigde zich in zijn geboortestad als advocaat en procureur. Van 1910 tot 1919 was hij griffier bij het kantongerecht, sinds 6 juli 1911 gemeenteraadslid en vanaf 29 januari 1916 lid van Provinciale Staten (tot 1939). Op 2 september 1919 werd hij gekozen tot wethouder van de gemeente Tilburg, welke functie hij tot 1940 bleef vervullen. Van de Mortel heeft vele functies bekleed: voorzitter van de Voogdijraad Tilburg (1908-1933), voorzitter van de Raad van Beroep der Directe Belastingen (1928-1933), voorzitter van de Raad van Arbeid (1919- opheffing op 1 januari 1935), voorzitter Rijkscommissie tot ondersteuning van de Rundveefokkerij in Noord-Brabant, voorzitter van het Natuurhistorisch Museum, bestuurslid Noordbrabants Landschap, president-commissaris Tilburgse Hypotheekbank, commissaris P.N.E.M., bewindvoerder Cisterciënser-abdij Koningshoeven, eerste commissaris Nederlandse Heidemaatschappij (1917), later voorzitter (1937-1947), voorzitter Liefdewerk Kinderbescherming (Huize Nazareth) en secretaris Parochieel Kerkbestuur. Op 8 september 1939 werd hij benoemd tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.


Op 11 januari 1940 werd hij benoemd tot burgemeester van Tilburg en op 20 januari 1940 werd hij geïnstalleerd. Door de (Duitse) Rijkscommissaris werd hij op 12 juli 1944 met onmiddellijke ingang uit zijn ambt gezet. Direct daarna, op 18 juli, werd Ir. H. Hondius benoemd tot waarnemend burgemeester. Van de Mortel werd gegijzeld in St. Micielsgestel en Vught. De minister van Binnenlandse Zaken ontsloeg hem op 25 september 1944, maar hij werd op 27 oktober 1944 bij de bevrijding van onze stad door de geallieerden, terstond in zijn functie hersteld. Wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd legde hij op 15 januari 1946 zijn ambt neer. Kort daarna overleed hij te Tilburg op 21 december 1947. Jan van de Mortel trouwde in 1911 met Josephine Eleonora Arnolda Maria Houben (geboren te Tilburg 12 maart 1887, overleden te Tilburg 25 april 1966). Zij woonden in de St. Josephstraat.


Als burgemeester in de uiterst moeilijke bezettingsjaren heeft Van de Mortel zich een zeer tactvol diplomaat en een geboren regent getoond. Drie hoge onderscheidingen vielen hem ten deel: hij was ridder in de Orde van Oranje-Nassau, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Ridder in de Orde van de H. Gregorius de Groote. In 1958 werd in het plantsoen van het Burgemeester van de Mortelplein een door Albert Termote vervaardigd bronzen beeld van Van de Mortel geplaatst. Het standbeeld werd opgericht uit dankbaarheid voor de wijze waarop hij de stad in de moeilijke jaren van oorlog en onderdrukking had geleid en beschermd.


Bron: Ronald Peeters, De straten van Tilburg (1987).