Achteraf
(aachteraaf), bw, achteraf, 1. na afloop van een gebeurtenis, 2. op afstand van het dorp of op afstand van de weg: hij woont nogal aachteraaf.
(aachteraaf), bw, achteraf, 1. na afloop van een gebeurtenis, 2. op afstand van het dorp of op afstand van de weg: hij woont nogal aachteraaf.