Willem van de Voort

Willem van de Voort was een verwoed jager. Dat zat in de familie. Ook zijn broers Janus en Jan (van de houthandel) en andere familieleden hielden zich graag op met de jacht. Willem had een jachthond, zo’n bruingevlekte. Als Willem een fazant of konijn had geschoten, dan riep hij zijn hond “Hertha”. De hond zette de haren overeind en ging op zoek naar de fazant of het konijn. Toen de hond dood was, liet Willem, zoals dat vroeger vaker werd gedaan, van de huid van de hond een vest maken. En als daarna Willem “Hertha” riep, dan kwamen de haren op z’n vest overeind staan.

Overigens is Willem aan het eind van de Tweede Wereldoorlog op 24 september 1944 door de Duitsers gefusilleerd op het terrein van de Willem II kazerne in Tilburg, samen met de broers Jan en Janus Appels. Willem was bedrijfsleider op houtzagerij van Appels aan de Kreitenmolenstraat, terwijl Appels hoofd was van het regionaal ondergronds verzet.

Willem van de Voort was bedrijfsleider bij de houtzagerij van de Firma Appels aan de Stationsstraat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verborg hij daar munitie voor de ondergrondse. Door loslippigheid of verraad is de Duitse bezetter daar achter gekomen. Hij werd, met Jan Appels en diens broer Adrianus, op 24 september 1944 gearresteerd en waarschijnlijk op diezelfde dag op het terrein van de Willem-II-kazerne in Tilburg gefusilleerd. Hun lijken werden pas drie jaar later, op 25 september 1947, gevonden op een terrein bij de Willem-II-kazerne. Janus Appels was hoofd van de ondergrondse in Udenhout. Willem ligt begraven op het kerkhof van de Sint-Lambertuskerk. Zijn naam staat ook geschreven in de Mariakapel op de Schoorstraat. Hij was gehuwd met Maria Antonia Carolina Beekmans (1894-1985).