Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Luc van Hoek: verschil tussen versies

 
Regel 1: Regel 1:
Na het Sint [[Odulphuslyceum]] volgde Van Hoek de opleiding Nederlandse taal en letterkunde aan de RK [[Leergangen]]. Zijn vroegste gedichten en essays werden gepubliceerd in de tijdschriften [[Roeping]] en [[Brabantia Nostra]], waarvan hij tevens coredacteur was. Van Hoek publiceerde de gedichtenbundels Tussen Demer en Dommel (1935), De Roothoorn (1938) en Grisaille (1947), en de prozawerken Ridder-Joris (1931), Legenden van den Almachtigen Vader (1939), Het Gezegende Land. Een Brabants spel van Sint Willibrord (1939), Het jaar van de late nachtmis (1946) en Het leven van Peter Pauwel Rubens: Uitgave voor de jeugd (1946). Van Hoek werd vooral bekend als een productieve en veelzijdige kunstenaar. Hij vervaardigde voornamelijk monumentaal werk voor kerken, scholen, zorginstellingen, bedrijven en overheidsgebouwen. In de gemeente Tilburg bevinden zich vele werken van zijn hand, zoals glas-in-loodramen in de [[Korvelse kerk]], een beeld van de Goede Herder bij de school in de Theresiastraat (1947), het Mariabeeld in de Mariakapel in [[Udenhout]] (1947), een gevelversiering bij [[Sint Jozefzorg]] (1952), en baksteenreliëfs tegen de gevel van het [[Kantongerecht]] (1969), in het [[stadhuis]] en in de [[Universiteit van Tilburg]]. Ook ontwierp Van Hoek alweer verdwenen zaken, zoals tableaus voor de [[Margarita Mariakerk]] (1942), interieurstukken voor de [[Pastoor van Arskerk]] (1961) en gevelmozaïeken voor scholen in de Sint Annastraat (1960) en de Bartokstraat (1970). Hij vervaardigde ook glas-in-loodramen voor kerken in onder meer Helmond, Boxmeer, Best, Alphen en Goirle, en wandversieringen voor DAF in Eindhoven en C&A in Amsterdam. Zijn laatste grote opdracht betrof enkele glas-in-loodramen voor de Sint Jansbasiliek in Oosterhout (1979). Sinds 1991 staat in Goirle een beeld van Luc en zijn vrouw Lena, ontworpen door hun zoon Bart.[[Category:Tilburgs Lexicon]]
+
Lucianus (Luc) Albertus Matthias Maria van hoek (Tilburg 1910 – Goirle 1991)
 +
 
 +
== Leven en werk ==
 +
Na het Sint [[Odulphuslyceum]] volgde Van Hoek de opleiding Nederlandse taal en letterkunde aan de RK [[Leergangen]]. Zijn vroegste gedichten en essays werden gepubliceerd in de tijdschriften [[Roeping]] en [[Brabantia Nostra]], waarvan hij tevens coredacteur was. Van Hoek publiceerde de gedichtenbundels Tussen Demer en Dommel (1935), De Roothoorn (1938) en Grisaille (1947), en de prozawerken Ridder-Joris (1931), Legenden van den Almachtigen Vader (1939), Het Gezegende Land. Een Brabants spel van Sint Willibrord (1939), Het jaar van de late nachtmis (1946) en Het leven van Peter Pauwel Rubens: Uitgave voor de jeugd (1946). Van Hoek werd vooral bekend als een productieve en veelzijdige kunstenaar. Hij vervaardigde voornamelijk monumentaal werk voor kerken, scholen, zorginstellingen, bedrijven en overheidsgebouwen. In de gemeente Tilburg bevinden zich vele werken van zijn hand, zoals glas-in-loodramen in de [[Korvelse kerk]], een beeld van de Goede Herder bij de school in de Theresiastraat (1947), het Mariabeeld in de Mariakapel in [[Udenhout]] (1947), een gevelversiering bij [[Sint Jozefzorg]] (1952), en baksteenreliëfs tegen de gevel van het [[Kantongerecht]] (1969), in het [[stadhuis]] en in de [[Universiteit van Tilburg]]. Ook ontwierp Van Hoek alweer verdwenen zaken, zoals tableaus voor de [[Margarita Mariakerk]] (1942), interieurstukken voor de [[Pastoor van Arskerk]] (1961) en gevelmozaïeken voor scholen in de Sint Annastraat (1960) en de Bartokstraat (1970). Hij vervaardigde ook glas-in-loodramen voor kerken in onder meer Helmond, Boxmeer, Best, Alphen en Goirle, en wandversieringen voor DAF in Eindhoven en C&A in Amsterdam. Zijn laatste grote opdracht betrof enkele glas-in-loodramen voor de Sint Jansbasiliek in Oosterhout (1979). Sinds 1991 staat in Goirle een beeld van Luc en zijn vrouw Lena, ontworpen door hun zoon Bart.
 +
 
 +
[[Categorie:Tilburgs_Lexicon]]

Versie van 22 apr 2012 om 15:12

Lucianus (Luc) Albertus Matthias Maria van hoek (Tilburg 1910 – Goirle 1991)

Leven en werk

Na het Sint Odulphuslyceum volgde Van Hoek de opleiding Nederlandse taal en letterkunde aan de RK Leergangen. Zijn vroegste gedichten en essays werden gepubliceerd in de tijdschriften Roeping en Brabantia Nostra, waarvan hij tevens coredacteur was. Van Hoek publiceerde de gedichtenbundels Tussen Demer en Dommel (1935), De Roothoorn (1938) en Grisaille (1947), en de prozawerken Ridder-Joris (1931), Legenden van den Almachtigen Vader (1939), Het Gezegende Land. Een Brabants spel van Sint Willibrord (1939), Het jaar van de late nachtmis (1946) en Het leven van Peter Pauwel Rubens: Uitgave voor de jeugd (1946). Van Hoek werd vooral bekend als een productieve en veelzijdige kunstenaar. Hij vervaardigde voornamelijk monumentaal werk voor kerken, scholen, zorginstellingen, bedrijven en overheidsgebouwen. In de gemeente Tilburg bevinden zich vele werken van zijn hand, zoals glas-in-loodramen in de Korvelse kerk, een beeld van de Goede Herder bij de school in de Theresiastraat (1947), het Mariabeeld in de Mariakapel in Udenhout (1947), een gevelversiering bij Sint Jozefzorg (1952), en baksteenreliëfs tegen de gevel van het Kantongerecht (1969), in het stadhuis en in de Universiteit van Tilburg. Ook ontwierp Van Hoek alweer verdwenen zaken, zoals tableaus voor de Margarita Mariakerk (1942), interieurstukken voor de Pastoor van Arskerk (1961) en gevelmozaïeken voor scholen in de Sint Annastraat (1960) en de Bartokstraat (1970). Hij vervaardigde ook glas-in-loodramen voor kerken in onder meer Helmond, Boxmeer, Best, Alphen en Goirle, en wandversieringen voor DAF in Eindhoven en C&A in Amsterdam. Zijn laatste grote opdracht betrof enkele glas-in-loodramen voor de Sint Jansbasiliek in Oosterhout (1979). Sinds 1991 staat in Goirle een beeld van Luc en zijn vrouw Lena, ontworpen door hun zoon Bart.