Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Tivolistraat, geboorteplaats van de universiteit

BalkTiu.jpg

Start van de universiteit

De Roomsch Katholieke Handelshoogeschool – de voorloper van Tilburg University – werd in 1927 geopend en bevond zich in de binnenstad, aan de toenmalige Bosscheweg, nu de Tivolistraat. Op de plek waar zich nu de tuin van Interpolis bevindt – in het oostelijk deel – gingen 28 studenten van start met hun opleiding in de handelswetenschappen. Het gebouw waarin ze colleges volgden dateerde van 1924 en was eigendom van de RK Leergangen, de lerarenopleiding van Tilburg. In de naastgelegen villa woonde en werkte de eerste rector magnificus van de instelling, historicus en priester Thomas Goossens, tevens verantwoordelijk voor het financiële reilen en zeilen van de nieuwbakken hogeschool.

Financiële bijdragen

De start was allerminst gemakkelijk. Erkenning door de overheid was er niet. Financiering van de instelling werd mogelijk door de optelsom van collegegelden, bijdragen van kerkgemeentes, Kamer van Koophandel, parochies en de gemeente Tilburg. Zonder die laatste was een universiteit in Tilburg welhaast onmogelijk geweest. Het gemeentebestuur was bereid om vanaf 1927 tenminste 17.000 gulden per jaar op tafel te leggen voor de academische instelling – de grootste bijdrage, totdat in 1939 rijkssubsidie werd verkregen.

Band met de stad

De band met de stad was in meerdere opzichten hecht. Openingen van het academisch jaar vonden plaats in gelegenheden als De Harmonie en in de Heikese kerk. En men zag studenten in jacquet op weg naar tentamens soms bij hoogleraren thuis. Dat alles veranderde toen de hogeschool in 1962 naar de campus vertrok. De band met de stad werd er – net overigens als in andere universiteitssteden - niet hechter op.

Uitvoeringsprogramma

In 1995 beklaagde burgemeester Brokx zich er over dat er zo weinig hoogleraren in de stad woonden, terwijl Tilburg door hem toch in de vaart der volkeren werd opgestoten. Wat een correct punt was: onder zijn leiding kreeg de stad nieuw elan met onder meer de komst van museum De Pont, 013 en de concertzaal van de hand van Jo Coenen. Stad en universiteit hebben sinds 2009 een gemeenschappelijk uitvoeringsprogramma met aandacht voor de rol van studenten, studentenhuisvesting, ondernemerschap, kennissamenwerking en internationalisering. Uit diverse enquêtes blijkt dat bijvoorbeeld studenten de stad – hoewel niet moeders mooiste – weten te waarderen.