Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Tilburgse Kermis

De Tilburgse Kermis is de grootste kermis van de Benelux die wordt gehouden in Tilburg. Er staan jaarlijks tussen de 230 en 240 attracties uit binnen- en buitenland, in een 4,5 kilometer lang lint door het centrum van Tilburg. De kermis trekt jaarlijks meer dan een miljoen bezoekers en is daarmee een van de best bezochte evenementen van Nederland.

Ontstaan

De oudste vermelding van de Tilburgse kermis komt uit 1567. In 2016 stuitte vrijwilliger Ad Pijnenburg bij een onderzoek in Regionaal Archief Tilburg op dit jaartal. Tijdens het transcriberen van een akte las hij in een tekst over een betaling die gedaan moest worden vóór "Tilborchse kermisse". Het gaat in deze akte om een gedwongen verkoop (ook wel opwinning of beslaglegging genoemd) van onroerende goederen omdat de eigenaar een schuld niet kon voldoen. Uit het gebruik om met de kermis betalingen te doen, blijkt dat het feest al langer moet hebben bestaan.

In deze akte heeft Jan Peter Huijben een schuld aan Jan Cornelissen Gerritsen die het er niet bij laat zitten Al met al een ingewikkelde akte omdat er in die tijd ook al heel wat regels en voorwaarden bestonden voor dat men over mocht gaan tot openbare verkoop om de schuld te voldaan te krijgen. Er draven in de akten dan ook een aantal partijen op die menen recht te hebben op de opbrengst van de gedwongen verkoop. Ze overleggen allerlei stukken waaruit hun rechten moeten blijken. De bewijsstukken worden uitgebreid beschreven.

Tilburg kreeg pas in 1575 jaarmarkten. De Tilburgse kermis kan dus niet zijn ontstaan uit een jaarmarkt en wijkt daarmee af van de meeste andere kermissen. Een tweede algemeen voorkomende reden van het ontstaan van kermissen is de relatie tot de wijding van een kerk. Daar komt het woord kermis (kerk-mis) uit voort. Op de feestdag van Sint Dionysius (9 oktober) werd in 1483 in Tilburg een nieuwe kerk ingewijd. De kermis in Tilburg werd vanouds echter in de oogstmaand en wel óp en vanaf de laatste zondag van augustus gevierd. Het is daarom vrijwel zeker dat de Tilburgse kermis geen kerkelijke oorsprong heeft. De meest aannemelijke verklaring is dat het een boerenkermis was, oorspronkelijk een oogstfeest. Eeuwenlang lag de nadruk van de Tilburgse boerenkermis op de activiteit van de kermisvierder zelf: volksspelen voor jong en oud, eten, drinken en dansen. Aan het einde van de negentiende eeuw zijn de attracties bepalend geworden. In het begin van de twintigste eeuw zijn pogingen gedaan om de kermis af te schaffen of in te korten. De ‘kermiszin der Tilburgers’ wist afschaffen te voorkomen en vormde de basis voor de ontwikkeling tot de grootste kermis van de Benelux. De Tilburgse kermis trekt jaarlijks ruim een miljoen bezoekers en bestaat uit een aaneengesloten lint van zo’n 250 attracties vanaf het Besterdplein tot aan het Willemsplein.

Technische ontwikkeling

Na de uitvinding van de microscoop door Antonie van Leeuwenhoek (1670) raakte dit instrument in de vergetelheid. De Tilburger prof. dr. Frans Donders herontdekte de microscoop op de kermis. Hij realiseerde zich het belang voor de wetenschap. Dit is een voorbeeld van hoe uitvindingen als attracties op de kermis te bewonderen waren. In 1879 maakten de Tilburgers kennis met de fiets door middel van de attractie Dubbel Cirque Vélocipède. In 1890 dreef een stoommachine voor het eerst een attractie aan. In 1896 vermaakten de Tilburgers zich met de eerste stoomcarrousel. Tussen 1910 en 1920 werd voor de aandrijving overgestapt van paarden-, stoom- en menskracht naar elektro- en brandstofmotoren. De snelheden werden steeds hoger, de sensaties groter. De cakewalk deed in 1910 haar intrede in Tilburg. Aan een zweefmolen uit 1912 hingen vliegtuigjes. Ook de auto was al snel op de kermis te vinden, want in 1920 stond op de Heuvel een Auto Carrousel. De sensatie van een achtbaan kon in 1924 voor het eerst worden beleefd. Snelheid ging een steeds grotere rol spelen. Een van de eerste attracties van na de Tweede Wereldoorlog waaruit dat bleek, was de Raketbaan. De technische ontwikkeling ging in de loop der tijd letterlijk en figuurlijk alsmaar sneller, waardoor de oude voorgangers nu behoren tot het ‘nostalgische’ vermaak.

Film op de kermis

Ruim een half jaar na de eerste openbare filmvoorstelling op 18 december 1895 in Parijs, had de Kinematograaf de Nederlandse primeur op de kermis van Leeuwarden. In 1899 was de Théatre Bioscope de eerste reizende bioscoop die Tilburg aandeed. Vanaf het begin was de film op de kermis een enorm succes. De programma’s bestonden meestal uit enkele vaste onderdelen, met kinderfilms als Doornroosje en voor de volwassenen drama’s, komische filmpjes en actuele gebeurtenissen. Zo werd in 1903 een film vertoond over de inhuldiging van paus Pius X en het was voor het eerst dat de Tilburgers door middel van bewegend beeld actueel nieuws zagen. De Nieuwe Tilburgsche Courant publiceerde in 1904 de eerste filmrecensie: ‘Men krijgt er in een uur heel wat te zien en wat goeds te zien.’ Exploitant Alex Benner verlegde in 1905 opnieuw de grenzen toen hij de Militaire Muziekwedstrijden in Tilburg filmde en die beelden vertoonde tijdens de kermis. Waarschijnlijk was dit de eerste keer dat ín Tilburg is gefilmd. Deze primeur leverde de exploitant een enorme toeloop op. Een nieuw element werd in 1908 ingevoerd door de eigenaar van Café De Lindeboom op de Heuvel. In een zaaltje gaf hij filmvoorstellingen tijdens de kermis en bleef dat daarna ook na de kermis doen. De stormachtige ontwikkeling van de filmvoorstellingen lokte regelgeving uit. In 1914 werd een gemeentelijke verordening van kracht die het vertonen van ‘lichtbeelden’ aan kinderen onder de 16 jaar verbood, met uitzondering van kinderfilms. Met de opkomst van de vaste bioscoop verdween de reizende kermisbioscoop. Het fenomeen keerde in 1978 terug met Cinema 180, een tent waarin films over achtervolgingen en achtbaanritten werden vertoond. In 1985 werd op de Tilburgse kermis de driedimensionale film geïntroduceerd.

Drooglegging

Was in 1921 het gemiddelde gebruik van alcohol landelijk vijf liter per persoon per jaar, in Tilburg lag dat op zeven liter. De Tilburgse politiek greep onder andere dit gegeven aan om een verbod uit te vaardigen voor de verkoop van sterke drank tijdens de kermis. In 1920 was de drooglegging een feit en deze duurde tot en met 1935. Het drinken van bier was wel toegestaan. Hieraan lagen economische argumenten ten grondslag, want vóór de Tweede Wereldoorlog werd veel meer jenever dan bier gedronken. De Tilburgse horeca had zwaar te lijden onder de drooglegging, en werd hiervoor financieel ondersteund door de gemeente.

Dubbeltjespot

Een dubbeltjespot is een houten kast tegen de muur van een café. In de kast zitten vakjes en via een gleuf deponeert de deelnemer telkens een bedrag in zijn eigen vakje. Het spaarsysteem dankt zijn naam aan het dubbeltje, dat vroeger al een grote bijdrage was. Met het verdwijnen van de buurtcafés wordt ook de dubbeltjespot steeds schaarser. Ook de noodzaak om met de dubbeltjespot te sparen wordt kleiner. Deze spaarvorm is ooit begonnen met de kermis. Toen in de loop van de jaren zestig carnaval zich tot een volksfeest ontwikkelde, werd ook daarvoor de inhoud van de dubbeltjespot aangewend. Vlak voor de kermis en carnaval wordt het gespaarde geld uitgekeerd.

Tilburgse kermiskoek

Tot in de jaren dertig was het in Tilburg gebruikelijk dat een jongeman een kermiskoek gebruikte om een meisje te tonen dat hij verliefd op haar was. Bakkers spoten met suikerletters boodschappen op de kermiskoek als ‘Ik weet niet beter te bedenken dan U dees kermiskoek te schenken’. Speciale koeken werden tijdens de kermis gebruikt bij het koekhakken. Met een bijl werd de koek in stukken gehakt, maar hierbij gebeurden veel ongelukken en het spel werd in 1788 verboden. Een Tilburgse koek die altijd bleef, is de Nieuwjaarskoek, die door steeds meer bakkers wordt gemaakt. De ovale en van speciaal deeg vervaardigde koek wordt gesierd met opschriften als ‘Zalig nieuwjaar’. Onder Tilburgse buren was het een goede gewoonte om elkaar een Nieuwjaarskoek te geven, als wens om er samen een goed jaar van te maken. Met Pasen kleedden Tilburgers zich niet alleen op hun paasbest, ze trokken ook extra geld uit voor de maaltijd. Slagers en bakkers anticipeerden daarop door de beste producten te leveren. Als klantenbinder schonken de bakkers hun vaste cliëntèle met Pasen krentenmik. Dit gebruik bestond nog in het begin van de twintigste eeuw, terwijl de bakkersbond Sint Honoré al in 1897 had opgeroepen hiermee te stoppen, omdat het te duur werd. Een koek die alleen uit Tilburg kwam, was de Mik meej vinken. Frans en Karin van Morkhoven verkochten in 2006 op de Tilburgse Kermis de Tilburgse kermiskoek. Met gevoel voor historie en met zakelijk inzicht bliezen zij een oud fenomeen nieuw leven in.

Dikke dames

Anny van Wanrooy werd geboren in Kaatsheuvel en kwam vervolgens naar Tilburg. Ze had een erfelijke schildklierafwijking en woog daardoor rond de tweehonderd kilo. Door haar lichaamsomvang kon ze geen normaal werk verrichten, maar omdat haar gezin erg arm was, ging ze optreden als ‘dikste dame’ (Big Edda). Haar zoon, Henk van Beurden, was ook zeer dik. Daarom gingen ze samen optreden als broer en zus (The Big Family). Deze act trok weinig publiek, waarna werd overgeschakeld op moeder en dochter, de succesvolle Dikste Dames van de Wereld. Van Wanrooy stierf op 38-jarige leeftijd aan suikerziekte, waarna de 270 pond wegende Van Beurden alleen optrad als Miss Lola. In 1984 stond hij in Tilburg voor het laatst als ‘dikke dame’ op de kermis. Daarna verdiende hij op de kermis geld met sjouw- en kassawerk en in 2004 trouwde hij tijdens dit volksfeest met Tonnij Verweij. Een jaar later overleed hij op 57-jarige leeftijd.

Kermismonument

In 1995 ontstond het idee om bij het aantoonbare 425-jarige bestaan van de Tilburgse kermis een monument op te richten. In 1998 werd een bronzen carrouselpaard onthuld op het NS-Plein. Dit beeld, ook wel ‘kermispèrd’ genoemd, is een kopie van een draaimolenpaard uit 1880. Het initiatief kwam van Paul Spapens en Jan Melis. Het monument is vooral een symbool voor de relatie tussen de kermis en de Tilburgse samenleving, maar is ook een hommage aan de kermisexploitant en de kermisvierder. Het kermismonument, dat voor zover bekend uniek is in Nederland, werd gemaakt bij Melis Gieterijen Tilburg.

Roze maandag

In 1990 plaatste de redactie van de Gay Krant een mededeling op teletekst dat in dat jaar op kermismaandag in Tilburg een feestje voor homo’s zou plaatsvinden. Wat begon als een geintje, bleek een schot in de roos. Een jaar later werd al gesproken van Roze Maandag en het nieuwe kermisfeest groeide binnen korte tijd uit tot het grootste gay-evenement van Nederland, met gemiddeld zo’n 350.000 bezoekers. Het evenement dreigde hierdoor ten onder te gaan aan zijn eigen succes. In 2002 ontstond er een conflict met de gemeente en de horeca, maar ook die lucht werd geklaard. Roze Maandag wordt georganiseerd door de gelijknamige stichting, waarvan oud-wethouder Wilbert van Herwijnen tot 2008 vijf jaar voorzitter was. Het symbool van Roze Maandag is de roze wuppie. Deze wordt traditiegetrouw verkocht door het Aids Fonds en met de opbrengt wordt een van zijn projecten ondersteund.

Externe link

Tilburgse Kermis op Het Geheugen van Tilburg