Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Studentenhuisvesting

BalkTiu.jpg

Wooncomplexen

Tilburg telt bijna 30.000 studenten (universiteit plus hbo, waarvan er circa 16.000 op kamers wonen. Het aanbod aan kamers in de stad is in de eerste twee decennia van de 21e eeuw sterk toegenomen, door de komst van meerdere grote wooncomplexen specifiek voor studenten: Intermezzo (campus), Pax (Magazijnstraat), Piusplaza en Talent Square (Hart van Brabantlaan). Daarmee nam het bestand aan kamers met bijna 1.500 toe, waarna kamernood in Tilburg een relatief begrip werd. De komst van de complexen is mede te danken aan de taskforce studentenhuisvesting. Daarin werken sinds 2002 de instellingen voor hoger onderwijs, de gemeente en woningbouwcorporaties samen om tot een goede afstemming van vraag en aanbod te komen.

Verbernelaan

De eerste vijf wooncomplexen voor studenten verrezen in 1968 aan de Verbernelaan, met daarin 432 kamers van gemiddeld 15 vierkante meter. De huur bedroeg gemiddeld zo’n 75 gulden (34 euro), exclusief servicekosten. De vijf flats kwamen tot stand onder regie van de stichting Studentenhuisvesting Tilburg, de voorganger van de taskforce. Aan de nieuwbouw nabij de campus ging bijna tien jaar voorbereiding vooraf en moeizame onderhandelingen met het ministerie over de kosten. Die hadden tot gevolg dat de wooneenheden waren afgestemd op 18 personen die een keuken en een paar douches met elkaar moesten delen. En een wasserette, waardoor het niet langer nodig was om de vuile was in het weekeinde mee te nemen naar het ouderlijk huis. Bij de officiële opening in 1969 sprak burgemeester Becht desondanks van een “haast ideale toestand” voor studenten en een “riante oplossing” van het kamerprobleem. De Verbernelaan vormt hoe dan ook sindsdien het decor voor vriendschappen, voor ruzies, voor liefdesgeschiedenissen en liefdesverdriet, voor kookkunst en misbaksels, voor feesten, partijen en nu en dan overlast. De komst van het eerste grootschalige complex in de stad had een stille dood tot gevolg voor het wonen bij een hospita. De oude ‘kasten’ op zolder moesten het afleggen tegen de relatieve zelfstandigheid en het comfort van de moderne tijd.

Studentenhuizen

Wat wel bleef bestaan was het studentenhuis; de binnenstad telt er nog vele tientallen in hand van woningcorporaties of particulieren. Het eerste pand dat de stichting Studentenhuisvesting Tilburg verwierf was het pand aan de Professor Dondersstraat 2. Dat was begin jaren dertig, en het lag letterlijk op een steenworp afstand van de toenmalige Katholieke Hogeschool Tilburg. In 1988 werd het overgenomen door de stichting Florethuis. Floret is sinds 1940 een dispuut van Olof*. Dit oudste studentenhuis van de stad is vier verdiepingen hoog, telt 12 kamers (allen 280 euro per maand, ultimo 2017), een huisbar én een kelder met thuisbioscoop. Het is een van de ruim dertig huizen die de vereniging huurt of in bezit heeft.

Relatief goedkoop wonen

Uit cijfers van Kences, kenniscentrum voor studentenhuisvesting, blijkt dat wonen in Tilburg anno 2017 nog altijd, net als in de tijd van de komst van de Verbernelaan, relatief goedkoop is. Maar veel duurder dan toen: de gemiddelde kamerprijs in Tilburg is 393 euro, inclusief gas, water licht en gemeentelijke heffingen. Slechts 4 van de 24 studentensteden in Nederland zijn goedkoper. De duurste universiteitsstad is Amsterdam (484 euro), de goedkoopste Wageningen (347). Kamers blijken in Tilburg relatief goed te vinden. En, toen in 2016 ruim 100 buitenlandse studenten bij binnenkomst geen kamer bleken te hebben, regende het aanbiedingen van Tilburgers die voor een paar maanden wel een ‘kast’ op zolder ter beschikking wilden stellen.