Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Kapucijnen

In 1880 werd op Korvel (Korvelseweg) begonnen met de bouw van een klooster en een kerk voor de kapucijnen, naar een ontwerp van broeder Valenus. In 1882 namen 24 kapucijnen er hun intrek en in dat jaar werden op het kloosterterrein ook enkele werkhuizen voor de paters gebouwd. Een van hun taken was het geven van pastorale steun in de parochies ’t Heike en Korvel. Dat gebeurde onder meer in de vorm van mislezen, preken en biechthoren. Vooral wat betreft dat laatste kregen de minderbroeders in Tilburg een grote faam en populariteit, zoals bij het pesjonkelen. Gelovigen gingen liever hier te biecht, omdat de kapucijnen wereldser en meer vergevingsgezind waren dan de parochiegeestelijken.

De kapucijnen legden zich vooral toe op het missiewerk en in 1905 vertrokken vanuit het Tilburgse klooster de eerste zes paters naar de missie. Zij werden door velen gevolgd, met als hoogtepunt het jaar 1965, toen er 132 kapucijnen gelijktijdig in de missie actief waren. Met de voorwerpen die zij meebrachten uit voornamelijk Borneo en Sumatra werd een missiemuseum in het klooster ingericht. Deze collectie werd later in bruikleen afgestaan aan het Volkenkundig Museum.

In 1937 werd een etage aan het klooster toegevoegd, waarvoor de kapconstructie werd opgevijzeld. Nu zijn er nog zo’n vijftien Nederlandse kapucijnen in de missie actief in Indonesië, Chili en Tanzania. Voor hen werd in het Tilburgse klooster een missieprocuur gevestigd, waar men zich bezighoudt met de zorg voor de missionarissen, die vrijwel allemaal op vergevorderde leeftijd zijn. Er wonen nu in het rijksmonument aan de Korvelseweg nog ruim dertig kapucijnen.

Het Geheugen van Tilburg

Kapucijnen op GeheugenvanTilburg.nl

Zie ook