Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Assisiëschool: verschil tussen versies

 
Regel 1: Regel 1:
{{Infobox foto Udenhout
 
| naam =
 
| afbeelding = [[Bestand:12.4_Overzicht_van_Assisie.jpg| 350 px]]
 
| onderschrift = Overzichtsfoto van Huize Assisië}}
 
  
 
In 1904 begonnen de broeders Penitenten uit Boekel met de verpleging van verstandelijk gehandicapte jongens. De eerste jaren was de aandacht van de broeders enkel op de verpleging van de bewoners gericht. Rond 1909 kwam men op het idee om met de bewoners die hiervoor in aanmerking kwamen “school” te gaan doen. In die tijd waren er nog geen bijzondere leermiddelen ontwikkeld voor onderwijs aan verstandelijk gehandicapten. De broeders moesten dan ook experimenteren met lesstof die geschikt zou zijn voor de bewoners. In 1922 besloot men het onderwijs anders aan te pakken. Op 1 juni 1922 begon het onderwijs officieel en daarmee was de Assisiëschool de eerste rooms-katholieke B.L.O.-school in Nederland. Dergelijke scholen van protestants-christelijke signatuur waren er echter al wel. Als eerste hoofd werd Gustave A.E. Christ benoemd. Hij was voorheen hoofd van een lagere school in Braamt in Gelderland. In 1923 begon de bouw van een aparte school. [[Broeder Gabriel van Kempen]] legde op 14 november de eerste steen. Minister van Binnenlandse zaken en Landbouw, jhr. Ruys de Beerenbrouck, opende de school plechtig op 21 juni 1924. Voor het onderwijs werden bijzondere leermiddelen gebruikt die aangeschaft waren bij de Broeders van Liefde uit Gent. Onderwijzer Christ ging met zijn staf regelmatig naar Gent om daar nieuwe kennis op te doen. In 1923 was het aantal leerlingen gestegen naar zestig en kwam er een derde leerkracht. Kort na de oplevering van het nieuwe schoolgebouw volgde een vierde leerkracht. Het aantal leerlingen was inmiddels gestegen naar tachtig. In 1950 werd besloten tot de bouw van een semi-permanent schoolgebouw dat uit vier klassen, een overblijflokaal en een keuken voor onderwijzend personeel bestond. In deze tijd volgden ruim 200 leerlingen de lessen. Het personeel bestond toen uit een hoofd en twaalf onderwijzers. Inmiddels was P. Prince hoofd van de school. In 1958 volgde Jan Staps hem op als directeur van de Assisiëschool. In de periode dat Staps directeur was, telde de school vijftien leerkrachten, die de jongens in toenemende mate voorbereidden op een functie buiten het internaat. Vanwege het beperkte aantal leerlingen (44) kregen in 1983 twee leerkrachten ontslag. Op 31 oktober 1984 nam de Assisiëschool afscheid van het hoofd van de school Staps, die er dan veertig dienstjaren op heeft zitten. J. Schoenmaker, die sinds november 1968 als leerkracht op de school werkzaam was, werd zijn opvolger. In het schooljaar 1989/1990 gingen de vier resterende leerlingen, die onderwijs mochten volgen, naar de school van Piusoord. Hiermee kwam een eind aan circa tachtig jaar Buitengewoon Lager Onderwijs op Assisië. Zie ook Sprokkels 1, blz. 44-48.
 
In 1904 begonnen de broeders Penitenten uit Boekel met de verpleging van verstandelijk gehandicapte jongens. De eerste jaren was de aandacht van de broeders enkel op de verpleging van de bewoners gericht. Rond 1909 kwam men op het idee om met de bewoners die hiervoor in aanmerking kwamen “school” te gaan doen. In die tijd waren er nog geen bijzondere leermiddelen ontwikkeld voor onderwijs aan verstandelijk gehandicapten. De broeders moesten dan ook experimenteren met lesstof die geschikt zou zijn voor de bewoners. In 1922 besloot men het onderwijs anders aan te pakken. Op 1 juni 1922 begon het onderwijs officieel en daarmee was de Assisiëschool de eerste rooms-katholieke B.L.O.-school in Nederland. Dergelijke scholen van protestants-christelijke signatuur waren er echter al wel. Als eerste hoofd werd Gustave A.E. Christ benoemd. Hij was voorheen hoofd van een lagere school in Braamt in Gelderland. In 1923 begon de bouw van een aparte school. [[Broeder Gabriel van Kempen]] legde op 14 november de eerste steen. Minister van Binnenlandse zaken en Landbouw, jhr. Ruys de Beerenbrouck, opende de school plechtig op 21 juni 1924. Voor het onderwijs werden bijzondere leermiddelen gebruikt die aangeschaft waren bij de Broeders van Liefde uit Gent. Onderwijzer Christ ging met zijn staf regelmatig naar Gent om daar nieuwe kennis op te doen. In 1923 was het aantal leerlingen gestegen naar zestig en kwam er een derde leerkracht. Kort na de oplevering van het nieuwe schoolgebouw volgde een vierde leerkracht. Het aantal leerlingen was inmiddels gestegen naar tachtig. In 1950 werd besloten tot de bouw van een semi-permanent schoolgebouw dat uit vier klassen, een overblijflokaal en een keuken voor onderwijzend personeel bestond. In deze tijd volgden ruim 200 leerlingen de lessen. Het personeel bestond toen uit een hoofd en twaalf onderwijzers. Inmiddels was P. Prince hoofd van de school. In 1958 volgde Jan Staps hem op als directeur van de Assisiëschool. In de periode dat Staps directeur was, telde de school vijftien leerkrachten, die de jongens in toenemende mate voorbereidden op een functie buiten het internaat. Vanwege het beperkte aantal leerlingen (44) kregen in 1983 twee leerkrachten ontslag. Op 31 oktober 1984 nam de Assisiëschool afscheid van het hoofd van de school Staps, die er dan veertig dienstjaren op heeft zitten. J. Schoenmaker, die sinds november 1968 als leerkracht op de school werkzaam was, werd zijn opvolger. In het schooljaar 1989/1990 gingen de vier resterende leerlingen, die onderwijs mochten volgen, naar de school van Piusoord. Hiermee kwam een eind aan circa tachtig jaar Buitengewoon Lager Onderwijs op Assisië. Zie ook Sprokkels 1, blz. 44-48.

Huidige versie van 9 aug 2018 om 22:00

In 1904 begonnen de broeders Penitenten uit Boekel met de verpleging van verstandelijk gehandicapte jongens. De eerste jaren was de aandacht van de broeders enkel op de verpleging van de bewoners gericht. Rond 1909 kwam men op het idee om met de bewoners die hiervoor in aanmerking kwamen “school” te gaan doen. In die tijd waren er nog geen bijzondere leermiddelen ontwikkeld voor onderwijs aan verstandelijk gehandicapten. De broeders moesten dan ook experimenteren met lesstof die geschikt zou zijn voor de bewoners. In 1922 besloot men het onderwijs anders aan te pakken. Op 1 juni 1922 begon het onderwijs officieel en daarmee was de Assisiëschool de eerste rooms-katholieke B.L.O.-school in Nederland. Dergelijke scholen van protestants-christelijke signatuur waren er echter al wel. Als eerste hoofd werd Gustave A.E. Christ benoemd. Hij was voorheen hoofd van een lagere school in Braamt in Gelderland. In 1923 begon de bouw van een aparte school. Broeder Gabriel van Kempen legde op 14 november de eerste steen. Minister van Binnenlandse zaken en Landbouw, jhr. Ruys de Beerenbrouck, opende de school plechtig op 21 juni 1924. Voor het onderwijs werden bijzondere leermiddelen gebruikt die aangeschaft waren bij de Broeders van Liefde uit Gent. Onderwijzer Christ ging met zijn staf regelmatig naar Gent om daar nieuwe kennis op te doen. In 1923 was het aantal leerlingen gestegen naar zestig en kwam er een derde leerkracht. Kort na de oplevering van het nieuwe schoolgebouw volgde een vierde leerkracht. Het aantal leerlingen was inmiddels gestegen naar tachtig. In 1950 werd besloten tot de bouw van een semi-permanent schoolgebouw dat uit vier klassen, een overblijflokaal en een keuken voor onderwijzend personeel bestond. In deze tijd volgden ruim 200 leerlingen de lessen. Het personeel bestond toen uit een hoofd en twaalf onderwijzers. Inmiddels was P. Prince hoofd van de school. In 1958 volgde Jan Staps hem op als directeur van de Assisiëschool. In de periode dat Staps directeur was, telde de school vijftien leerkrachten, die de jongens in toenemende mate voorbereidden op een functie buiten het internaat. Vanwege het beperkte aantal leerlingen (44) kregen in 1983 twee leerkrachten ontslag. Op 31 oktober 1984 nam de Assisiëschool afscheid van het hoofd van de school Staps, die er dan veertig dienstjaren op heeft zitten. J. Schoenmaker, die sinds november 1968 als leerkracht op de school werkzaam was, werd zijn opvolger. In het schooljaar 1989/1990 gingen de vier resterende leerlingen, die onderwijs mochten volgen, naar de school van Piusoord. Hiermee kwam een eind aan circa tachtig jaar Buitengewoon Lager Onderwijs op Assisië. Zie ook Sprokkels 1, blz. 44-48.