Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Roomsch-Katholieke Handelshoogeschool

BalkTiu.jpg

In 1927 ging de Roomsch Katholieke Handelshoogeschool van start, de eerste instelling voor wetenschappelijk onderwijs in de stad Tilburg, anno 2017 opererend onder de naam Tilburg University. De start was bescheiden, met vijf hoogleraren, acht lectoren en 28 economiestudenten. Gedurfd was het ook, daar het Rijk de prille instelling nog niet erkende en dus ook niet wenste te financieren. De oprichting werd dan ook vooral beschouwd als “de zoveelste in het proces van katholieke emancipatie dat zich binnen het katholieke volksdeel voltrok”, aldus historicus Hans Bornewasser die het eerste deel van de geschiedschrijving van de hogeschool voor zijn rekening nam.

Sinds 1868 streefden de Nederlandse bisschoppen naar katholiek onderwijs,‘van bewaarschool tot universiteit’. Dat streven hield verband met de eeuwenlange achterstelling van katholieken. Tot in de 20e eeuw had het zuiden van het land geen instellingen voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.

Hogeschool.jpg

Start aan de Tivolistraat

De R.K. Handelshoogeschool werd gevestigd aan de huidige Tivolistraat en had aanvankelijk vooral een regionaal perspectief: een opleidingsinstituut in de handel voor katholieke jongeren beneden de rivieren. Een alternatief voor de Nederlandsche Handels- Hoogeschool, de in 1923 gestichte voorloper van de huidige Erasmus Universiteit Rotterdam, de stad waar net als in Brabant de vraag naar economisch hoog opgeleid personeel sterk toenam.

De R.K. Handelshoogeschool verkreeg het recht academische diploma’s te verstrekken. Dat zorgde ervoor dat ook nagedacht diende te worden over de verwetenschappelijking van het economieonderwijs. De R.K. Handelshoogeschool werd in 1932 voorzien van het achtervoegsel 'Hogeschool voor economische en sociale wetenschappen. Vanaf 1936 ging de hogeschool formeel verder door het leven als R.K. Economische Hogeschool. De hogeschool ontving de eerste decennia geen subsidie van de rijksoverheid. Herhaaldelijke pogingen strandden op verzet van een van de drie coalitiepartners op dat moment, de (protestante) CHU. Pas in 1948 kwam het tot rijksbekostiging, al was dat geen onomstreden zaak. De toenmalige KVP (een van de voorlopers van het CDA) was uiteraard een groot voorstander, de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) was tegen. De stemmen zouden hebben gestaakt, ware het niet dat SDAP-voorman Willem Drees (grootvader van de latere hoogleraar Wim Drees, decaan van de Tilburg School of Humanities) vergeten was de presentielijst te tekenen. "Had hij zijn tegenstem kunnen uitbrengen, dan zouden de stemmen hebben gestaakt en had in de volgende vergadering moeten zijn overgestemd, met voor de tegenstander nog een kans op verwerping"", zo schreef A.W. Abtspoel in 1956 in de publicatie Van Binnenhof en Buitenhof.

Naamswijzigingen

In Tilburg spreken ouderen nog vaak over ‘de hogeschool’, als ze het over de universiteit hebben. Dat komt ook omdat het huidge Tilburg University pas in 1986 het predicaat ‘universiteit’ kreeg, wat tot een andere naamgeving leidt: Katholieke Universiteit Brabant. Daarmee kwam er ook een einde aan de verwarring die in het buitenland soms bestond over het begrip hogeschool. Immers, in het Engels heet zo’n instelling al snel een high school, wat in de Angelsaksische wereld een middelbare school is. Tegenwoordig wordt de term hogeschool in het Engels vertaald als University of Applied Sciences.