Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Greenhalgh, Russel Duckworth

Russel Duckworth Greenhalgh
Greenhalgh, Russel Duckworth.jpg
Portretfoto van Russel Duckworth Greenhalgh bij de Lancashire Fusiliers. Foto: privéarchief Mrs. Angela Kirkby.
Volledige namen Russel Duckworth Greenhalgh
Geboortedatum 16-08-1915
Geboorteplaats Burnley (GB)
Adres 15 Holcombe Village
Woonplaats Ramsbottom
Burgerlijke staat Gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Marjorie Clark
Beroep Boekhoudkundig medewerker gasmaatschapij
Overlijdensdatum 17-09-1944
Plaats van overlijden Tilburg

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden. Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Greenhalgh, Russel Duckworth (geb. Burnley (GB) 16-08-1915, gest. Tilburg 17-09-1944), sergeant Royal Army Service Corps. Zoon van James Greenhalgh (gest. 03-05-1917) en Hilda Duckworth. Op 03-06-1939 trouwt hij met Marjorie Stuart Clark. Uit dit huwelijk wordt een dochter geboren. Greenhalgh overlijdt op 17-09-1944 in Tilburg.

Achtergrond en jeugd

Russell met hond
Russell in garden shoulder of mutton.jpg
Russell met hond in de tuin van de "shoulder of mutton". Foto: privéarchief Mrs. Angela Kirkby.

Russel wordt geboren op 16 augustus 1915 in de stad Burnley, in het Engelse graafschap Lancashire. Hij is een zoon van James Greenhalgh, politieagent, en Hilda (achternaam onbekend). Russel is enigst kind. Op 3 mei 1917 overlijdt zijn vader James op het slagveld in het noorden van Frankrijk, waarschijnlijk bij de Slag om Arras. Volgens de overlevering sneuvelt James Greenhalgh bij een reddingspoging om een gewonde van het slagveld te halen. Hij ligt begraven op het oorlogskerkhof in Ecoust-St. Mein. Russel groeit op bij zijn moeder. In 1922 hertrouwt Russells moeder Hilda met James Yates. Zij baten een pub uit in het nabijgelegen Holcombe, de “Shoulder of Mutton”.

Op 3 juni 1939 trouwt Russel met Marjorie Clark, die hij heeft leren kennen bij de lokale dansschool. Marjorie gaat in de pub werken. Russel werkt op het kantoor van de gasmaatschappij, in de avonduren en de weekenden werkt ook hij in de “Shoulder of Mutton”.

3 juni 1939
Trouwfoto Russel en Marjorie.jpg
Trouwfoto van Marjorie en Russell (in het midden). Foto: privéarchief Mrs. Angela Kirkby.

Tweede Wereldoorlog

Op 18 april 1940 gaat Greenhalgh in militaire dienst. Hij wordt ingedeeld bij het 1/6th Battalion van de Lancashire Fusiliers, een territoriale legereenheid. Op 1 november 1941 wordt dit bataljon omgebouwd tot het 109th Regiment Royal Armoured Corps. Dezelfde dag wordt Greenhalgh bevorderd tot korporaal. Enkele maanden later komt hij terecht bij de Royal Army Service Corps (RASC). Het RASC is verantwoordelijk voor de logistiek binnen het leger. Greenhalgh heeft als taak om het papierwerk voor een aantal officieren af te handelen. Na een tijdje is hij niet meer tevreden met zijn administratieve werkzaamheden en hij meldt zich als vrijwilliger aan bij de Airborne-divisie. Zijn vrouw Marjorie, in verwachting van hun eerste kind, is niet blij met de risico’s die hij neemt. Vanaf 14 december 1943 wordt Greenhalgh ingedeeld bij het hoofdkwartier van de Airborne Troepen, waar hij op de administratie gaat werken. De achtste april bevalt Marjorie van een dochter, Angela. Greenhalgh wordt op 15 april 1944 bevorderd tot sergeant.

Operatie Market Garden

Operatie Market Garden, een plan van de Britse veldmaatschalk Bernard Montgomery (1887-1976, was één van de grootste geallieerde militaire operaties tijdens de Tweede Wereldoorlog. Market Garden vond plaats van 17 tot 25 september 1944 in de provincies Noord-Brabant en Gelderland. Het doel was om strategische bruggen bij Grave, Nijmegen en Arnhem in handen te krijgen en vervolgens op te rukken naar het Duitse Ruhrgebied en Berlijn.

Operatie Market Garden bestond uit twee delen. Operatie Market was een luchtlandingsoperatie. Deze werd uitgevoerd door Britse, Amerikaanse en Poolse luchtlandingstroepen. In de regio Eindhoven, Nijmegen en Arnhem werden tienduizenden parachutisten gedropt. Hun taak was om strategische bruggen over de Maas, Waal, Rijn en het Maas-Scheldekanaal te veroveren en te bezetten. Operatie Garden was de opmars van grondtroepen (het grondoffensief), waarbij het Britse 30e legercorps de luchtlandingstroepen bij de veroverde bruggen moest ontzetten.

Market Garden mislukte: een cruciale brug bij Arnhem kon niet worden bezet. De operatie leidde er wel toe dat delen van Zuid-Nederland al in het najaar van 1944 bevrijd waren.[1]

17 september 1944

Horsa Glider
Horsa zweefvliegtuig.png
Op vliegbasis Harwell staan de Horsa zweefvliegtuigen klaar om het HQ van Generaal Browning over te brengen naar Groesbeek. Op de voorgrond de Horsa Chalk 410 met een gedeelte van de bemanning. Foto: IWM, catalogusnummer: CH 13859, onbekende fotograaf.

Op 17 september gaat Operatie Market Garden van start. Vanaf verschillende vliegvelden in het zuiden van Engeland vertrekken ca. 500 zweefvliegtuigen en 1073 transportvliegtuigen om troepen en materieel naar de overkant van het Kanaal te brengen. Op vliegveld Harwell stijgt de ene Short Stirling na de andere op. Elke Stirling trekt een Horsa Glider (zweefvliegtuig) met bemanning en apparatuur. Sergeant Greenhalgh bevindt zich in de Horsa Chalk 418, samen met o.a. verbindingsofficiers kapitein Joseph Astbury en luitenant Marshall Prentice, seiners David Fulton en Walter Adamson, coderings-griffier Harold Chapman. De Horsa wordt gevlogen door piloten Alec (Jock) Campbell en David Monk. Het zweefvliegtuig vervoert, naast de bemanning, een jeep, een motor en drie vouwfietsen.

De vliegtuigenvloot wordt al snel opgemerkt door Duitse radar. Zij bestoken de vliegtuigen met afweergeschut. In de buurt van Breda breekt de sleepkabel die de Horsa met de Stirling verbindt. De Horsa Chalk 418 maakt een noodlanding in de buurt van Dongen. David Fulton (seiner) schrijft over het verloop van de vlucht: Het werd een beetje levendiger toen we de Belgische kust overstaken, er werd melding gemaakt door de piloten van bewolking en stevig luchtafweergeschut. Binnen enkele minuten nam de turbulentie en het geluidsniveau af. de piloot meldde dat de sleepkabel was gebroken, vermoedelijk door de actie van het luchtafweefgeschut of de turbulentie. Hoewel we een paar mijl van de landingszone waren, zou hij proberen om het grootste deel van de weg te glijden. met het gewicht aan boord had de Horsa de vliegmogelijkheden van een baksteen en hij kwam snel terug om te melden dat hij ver voor de landingszone zou moeten landen, maar dat hij ons goed naar beneden zou krijgen. Hij had gelijk: de landing was fantastisch en er vielen geen slachtoffers van mannen of machines.[2]

De landing van de Horsa gaat niet onopgemerkt voorbij aan de inwoners van Dongen én aan de Duitsers. Vanuit Dongen en Tilburg wordt het zweefvliegtuig door de Duitsers omsingeld, er wordt geschoten en met handgranaten gegooid. Greenhalgh raakt hierbij gewond. Alle inzittenden van de Horsa worden krijgsgevangen gemaakt. De zwaargewonde Greenhalgh wordt op een paardenkar gelegd en onder begeleiding van enkele Duitsers naar het ziekenhuis In Tilburg vervoerd. Onderweg naar het ziekenhuis overlijdt Greenhalgh.

Begraafplaats Vredehof

Graf Russell Greenhalgh
Graf Russell Greenhalg. Foto Mark de Weerd.jpg
Op de begraafplaats Vredehof in Tilburg ligt Russel Duckworth begraven. Foto uit 2023 door Mark de Weerd.

Op 18 september 1944 wordt Russell Greenhalgh begraven op begraafplaats Vredehof aan de Gilzerbaan in Tilburg, vak B, rij 2, graf 63. Bijna een maand later, op 7 oktober 1944, krijgt Marjorie bericht dat haar man vermist is. Zij weet niet dat hij inmiddels overleden is. Op 26 maart 1945 krijgt zij te horen dat haar man gesneuveld is.

Op 1 augustus 1945 schrijft de Tilburgse Ann van Pelt een brief aan Marjorie ('Dear Bessie'). Ann woont met haar ouders en broer vlakbij begraafplaats Vredehof, haar vader heeft de sleutel van het kerkhof. In de brief belooft Ann het graf van Russell te onderhouden: I hope it will give you satisfaction, that there is somebody, who looks after it as it is very hard for you that you lost your man and that you can't even come to see his grave. I promise you i'll do my best to care for it the same as you would do.[3]

In 1948 stuurt The War Office een briefje naar Marjorie Greenhalgh dat Truus de Groot uit de Borneostraat in Tilburg het graf van haar man heeft geadopteerd.[4]


Met dank aan Mark de Weerd

Bron

Mark de Weerd, Russell Duckworth Greenhalgh, Burnley 16 augustus 1915 - Tilburg 17 september 1944 (2023)

Externe links

Noten

  1. bronnen: https://www.liberationroute.com/nl/stories/184/operation-market-garden, https://historiek.net/operatie-market-garden-doelen-tijdlijn-gevolgen/123367/ en https://nl.wikipedia.org/wiki/Operatie_Market_Garden
  2. Mark de Weerd, Russell Duckworth Greenhalgh, Burnley 16 augustus 1915 - Tilburg 17 september 1944 (2023)
  3. brief d.d. 1-8-1945 van Ann van Pelt aan Marjorie Greenhalgh. Privéarchief Mrs. Angela Kirkby.
  4. brief d.d. 3-9-1948 van The War Office aan Marjorie Greenhalgh. Privéarchief Mrs. Angela Kirkby.