Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

De Vakschool: introductie in het bedrijf

14 123 vakschool 1964.jpg

Bij de werkplaats heeft lang de traditie bestaan van het doorgeven van de werkzaamheden van vader op zoon. Wie bij d’n Atelier ging werken kwam in de 19e eeuw vanaf de lagere school met zijn vader mee en leerde zo het vak. Vanaf 1903 ontstaat in Tilburg de ambachtsschool die gaandeweg steeds meer leerlingen ‘afleverde’ aan de werkplaats. Het verhaal gaat dat de chef werkplaats of een van zijn stafleden al voor het examen op de ambachtsschool rondkeek en zich de beste leerlingen toe-eigende. Dat verhaal ging overigens ook rond bij een ander groot bedrijf in Tilburg De Volt. In de jaren tot de Tweede Wereldoorlog was er via de ambachtsschool aan de Spoorlaan een opleiding bankwerker die toegang kon geven tot de werkplaats waar dan intern verdere opleiding volgde. Met de komst van de vakschool is de opleiding wat formeler geworden.

Verschillende betrokkenen noemen 1948 als het begin van de bedrijfsschool. ‘Reijns was de grote man van de vakschool’, aldus Frits Weijters (1923). ‘En er werd op een open stuk van het werkplaatsterrein ook aan sport gedaan.’ Ook Kees van Nuenen (1942) heeft het traject gevolgd van opleiding bankwerker op de ambachtsschool naar de vakschool bij het spoor. ‘Ik ben in 1957 als 15-jarige bij het spoor begonnen. De opleiding duurde twee jaar en leverde je het Bemetel diploma op. Je ging in de opleiding het hele bedrijf door. Je kwam op vrijwel alle afdelingen. In 1959 was ik klaar en kwam ik te werken in de loc stelplaats. Maar ja, vervolgens moest ik eerst in militaire dienst. Zo ging het met meer jongeren.’ Cees Schijvens heeft een soortgelijk verhaal, maar benadrukt dat je na de bedrijfsschool eigenlijk vooral een goede basisopleiding had en dat je de specifieke kennis toch op de werkplek moest opdoen. ‘Het was echt al doende leer je het vak en de fijne kneepjes onder de knie krijgen. Bij ons bij de motoren had je een ervaren collega bij je staan. ‘

Jan Pheninckx (1948) heeft na de ambachtsschool ook de vakschool gevolgd. ‘Je dacht dat je al heel wat kon, maar dat leerde ze je rap af. De leerlingen volgden een half jaar lang een algemene opleiding. Het idee was dat de basis goed moest zijn. Dat betekende bijvoorbeeld dat je een werkstuk kreeg wat 90 graden en precies vlak moest zijn. Heb ik heel wat blaren van op mijn handen gekregen. Het was in mijn jaren de hele dag school. Na de begin opleiding ging je naar de afdeling waar je verder geschoold werd. Het was midden jaren zestig en veel verdienen was er nog niet bij.’

‘Later ben ik ook nog na werktijd naar school gegaan voor de VEV opleiding (elektricien). Op en neer naar huis lukte niet, dus bleef ik eten bij de portier. Ik heb zo twee jaar lang van 19 tot 21.30 uur op school gezeten’.

Jan Pheninckx is ook degene die diverse mensen kent van de foto van leerlingen van de vakschool die we hebben. Op de onderste rij zitten Jan van de Dries, Jan Pheninkcx, Jos de Rooy en Henk van Trier. Staand moet hij voor 2 namen passen maar herkent hij: onbekend, Ad Laurijssen, onbekend, Ad Janssen (met bril), Huub Hufken (nauwelijks zichtbaar), Koen Huyding, Ad Theeuwes, Arie de Graay en Harrie Marse. Het is de klas van 1964.

Wie een functie in het hogere kader kreeg ging na zijn studie eerst naar de Hogere Bedrijfsschool in Utrecht. Van daar uit werd je via een opleiding van twee jaar en stages bekend gemaakt met een specifiek onderdeel van het spoorbedrijf. Tilburg viel onder de Dienst voor Materieel en Werkplaatsen. Maar ook wie al op het bedrijf werkte kreeg steeds te maken met bijscholingen. Wie bijvoorbeeld bij de afdeling triple kleppen werkte en hogerop wilde moest de cursus persmeester doen.

Zoals Jan Pheninckx al aangaf was het na de Vakschool nog niet gedaan met opleiden en scholing, als je hogerop wilde en meer wilde verdienen. Nieuwe locomotieven, nieuwe gereedschappen, nieuwe machines betekenden telkens excursies naar bedrijven, maar ook bijscholen. Willem Couwenberg (1931): ‘ Ik was 55 toen ik nog naar Eindhoven moest voor een computercursus.’

Henk van Doremalen