Cohen-Posner, Edith

	Edith Cohen-Posner
	Afbeelding gewenst
Volledige namen	Edith Posner
Geboortedatum	20-11-1905
Geboorteplaats	Essen (DE)
Adres	Zomerstraat 14
Woonplaats	Tilburg
Burgerlijke staat	Gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e)	Max Cohen
Overlijdensdatum	31-01-1944
Plaats van overlijden	Auschwitz (PL)

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

Cohen-Posner, Edith (Essen (DE) 20-11-1905, Auschwitz (PL) 31-01-1944), pensionhoudster, dochter van Leopold Posner en Henriëtte Oppenheimer. Zij trouwde op 2 mei 1926 in Essen met Max Cohen (geb. Essen 18-12-1889). Zij hadden één dochter, Lore. Edith Cohen werd met haar dochter op 31 januari 1944 in Auschwitz vermoord.

Achtergrond

Edith Posner werd op 20 november 1905 in Essen (DE) geboren als dochter van Leopold Posner (Norden (DE) 06-02-1869, ?), vertegenwoordiger in zuidvruchten en Henriette Oppenheimer (overl. Essen 15-06-1930). Edith trouwde op 2 mei 1926 in Essen met Max Cohen (geb. Essen 18-12-1889), koopman, met wie zij een dochter kreeg, Lore.
Edith Posner wordt met haar man Max Cohen en dochter Lore op 13-02-1928 ingeschreven in Den Haag, komende van Essen. Op 12-12-1928 keert het gezin terug naar Essen. Max Cohen komt op 09-11-1935 vanuit Brussel weer naar Den Haag. Op de gezinskaart van Den Haag staat dat hij van 09-11-1935 tot 23-11-1937 als 'gescheiden' ingeschreven was. Hij emigreert op 18-08-1937 naar Argentinië (Buenos Aires). Kort daarna – op 06-11-1937 – vestigen Edith en Lore zich vanuit Essen weer in Den Haag aan de Tweede van Blankenburgstraat 157 waar sinds 28-10-1937 ook de vader van Edith woont.^[1]
Omdat vanaf september 1940 de gehele kuststreek van Schiermonnikoog tot Zeeuws-Vlaanderen verboden gebied is voor niet-Nederlandse vluchtelingen (voornamelijk uit Duitsland gevluchte Joden), verhuizen Edith en Lore op 2 oktober 1940 naar Tilburg. Daar begint Edith aan de Zomerstraat 14^[2] een Joods pension. Zij is daardoor ook betrokken bij de Joodse Raad, afdeling Tilburg, maar beschikt niet over een 'Sperre' (voorlopige vrijstelling van deportatie).

Deportatie

Edith en haar dochter Lore hadden een oproep gekregen om zich op 28 augustus 1942 bij het station in Tilburg te melden voor deportatie. Zij werden echter voorlopig vrijgesteld en konden naar huis terugkeren. Op 29 maart 1943 wordt een beschikking bekendgemaakt van Rauter, de hoogste SS-er in Nederland, dat met ingang van 10 april een verblijfsverbod geldt voor alle Joden in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. Edith en Loren moeten op 9 april 1943 bij de politie een reisvergunning ophalen voor vertrek naar Vught, de volgende dag. Vanaf september 1943 werkt Edith in kamp Vught als naaister bij de bontwerkerij van Splitter.^[3] Op 15 november 1943 vertrekt een trein vanuit Vught die (met Westerbork als tussenstop) rechtsreeks doorgaat naar Auschwitz. Daar worden Edith en haar dochter Lore op 31 januari 1944 vermoord.

Gebeurtenis

Deportatie en vernietiging Joodse volksdeel Tilburg.

Advertentie in het Joodsche weekblad, 04-09-1942

Bronnen

Regionaal Archief Tilburg

Archief 16, Overlijdensregister 1951, akte 814.

Literatuur

Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4 (Tilburg 2002).
J. Bader, Kroniek van 'n Vervolging, Joden in Tilburg, Waalwijk en omstreken (Soesterberg 2018).
Marieke Meeuwenoord, Mensen, macht en mentaliteiten achter prikkeldraad: een historisch-sociologische studie van concentratiekamp Vught (1943-1944), dissertatie (Amsterdam 2011).

Externe links

Noten

↑ Volgens Bader (’Kroniek van 'n vervolging’, p. 115) is Leopold Posner in de meidagen van 1940 vanuit Tilburg gevlucht. Over zijn verdere lot is niets bekend.
↑ In 1962 vernummerd in Heuvelstraat 124. Hier woonde ook de gemengd gehuwde fotograaf en filmtechnicus Georg Schulvater (Grossenhain 1883, Tilburg 1966).
↑ Een Joodse bontwerkersfamilie in Den Haag die in kamp Vught een atelier had, waar ongeveer 800 mensen werkten.

[1] Volgens Bader (’Kroniek van 'n vervolging’, p. 115) is Leopold Posner in de meidagen van 1940 vanuit Tilburg gevlucht. Over zijn verdere lot is niets bekend.

[2] In 1962 vernummerd in Heuvelstraat 124. Hier woonde ook de gemengd gehuwde fotograaf en filmtechnicus Georg Schulvater (Grossenhain 1883, Tilburg 1966).

[3] Een Joodse bontwerkersfamilie in Den Haag die in kamp Vught een atelier had, waar ongeveer 800 mensen werkten.

[1]

[2]

[3]

Navigatie

Hulpmiddelen