Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Bleshof (Tilburg)

Stadsdeel: Centrum
Wijknaam: Centrum
Datum besluit: B & W 15 november 1983
Jaar: 1983



Het verbindingsstraatje lopende vanaf de Kapelhof, ten zuiden van de Heuvelstraat, westwaarts, daarna noordwaarts tot de Heuvelstraat.


Herkomst

41648.jpg


Brief uit Eindhoven gericht aan

Isaac Bles (1758-1811), secretaris van Tilburg.



De regentenfamilie Bles was in de 18e eeuw eigenaar van panden en erven waarachter en waarover het straatje loopt dat in 1983 Bleshof werd genoemd. De naam Bles is afkomstig van het Middelnederlandse woord blassaert of blespaert. Govert Bles, geboren te Wychen ca. 1681, kwam in 1699 van Helvoirt naar Tilburg. Hij was hier ouderling, gezworen klerk ter secretarie en schepen. Hij trouwde te Tilburg op 25 februari 1714 met Arnolda Cloostermans, gedoopt te Tilburg op 23 maart 1687 en aldaar begraven op 15 april 1755. Govert overleed te Tilburg en werd begraven op 17 mei 1747. Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren, waaronder Cornelis Bles. Deze Cornelis werd gedoopt te Tilburg op 12 november 1724 en was van 1750-1789 notaris en van 1763-1782 procureur en president-schepen in zijn geboorteplaats, vervolgens rentmeester van de heerlijkheid Boxtel, waar hij is overleden. Hij werd begraven te Tilburg op 5 juli 1790. Hij trouwde in de Walenkerk te Amsterdam op 29 augustus 1755 met Marthe Cathérine Peneux, die zich ook wel Peneux Gebert noemde. Zij was geboren in Suriname omstreeks 1735/1736, overleed te Boxtel op 4 september 1799 en werd op 7 september 1799 te Tilburg begraven.

Door zijn huwelijk met Marthe C. Peneux kwam Cornelis Bles in het bezit van de plantage Nieuw Mocha aan de rivier de Cottica in Suriname. Op de plantage werkten ruim negentig tot slaaf gemaakten. Dat werden er 107 in 1762 en 155 mensen in 1771, Het oogsten van koffie en het verpakken van balen ter transport naar Amsterdam waren de dagelijkse werkzaamheden. In Amsterdam werd de koffie gebrand. Cornelis en Marthe Bles waren aldus 'slavenhouders' en woonden in Tilburg. Het beheer van de plantage lieten zij over aan een procuratiehouder.

Uit het huwelijk van Marthe en Cornelis werden acht kinderen geboren, waaronder lsaäc Bles, die op 22 oktober 1758 te Tilburg werd gedoopt. lsaäc werd reeds op 16-jarige leeftijd secretaris van Tilburg, maar kwam pas officieel in functie op 15 juni 1778. Zijn vader was tot die datum secretaris ad interim. lsaäc was van 1790 tot 1811 notaris te Tilburg en overleed aldaar op 3 oktober 1811.

In 1862, ruim honderd jaar later, was de achterkleindochter A.C.F. Bles nog altijd in het 'bezit' van twaalf mensen, Charles, Goliath, Frans en Primo Dirk, Semire, Francina, Christina en Henriette, Frits en de kinderen Jacoba, Paul en Josephina. Bij de afschaffing van de slavernij ontving Bles voor iedere vrijgemaakte een vergoeding van 300 gulden. De vrijgemaakten kregen zelf niets. Zij waren evenmin vrij, maar moesten nog tien jaar lang werken onder Staatstoezicht.

Bronnen: Ronald Peeters, De straten van Tilburg (1987). D. Hondius, e.a., Gids Slavernijverleden Nederland (Volendam 2019) 126.