In het Tilburgse adresboek van 1881 wordt Johannes Cornelis Claesen vermeld als steenbakker, landbouwer en gemeenteraadslid aan
De Heikant. Hij liet in 1893 op een stuk land aan de Hoefstraat een steenfabriek bouwen, die in 1895 werd geopend. Het omvangrijke bedrijf J.C. Claesen & Co bevond zich tegenover de
Hoefstraatse kerk en werd in 1923 gesloopt. In 1922 was het bedrijf begonnen met de bouw van een nieuwe steenfabriek aan de Lovensekanaaldijk, die in 1923 door de tweede generatie Adrianus Josephus in gebruik werd genomen als A.J. Claesen & Co. In de loop der tijd groeide het bedrijf, dat vooraan rechts van de huidige Centaurusweg lag, uit tot een groot complex. De benodigde leem werd afgegraven in de Rauwbraken (
Nieuwe Warande) en getransporteerd met een locomotief en kipkarren. De fabriek van Claesen werd in 1963 gesloten en enkele jaren later gesloopt. Op de plek van de eerste fabriek aan de Hoefstraat waren na de sloop ervan woningen verrezen. Op een plein voor de Hoefstraatse kerk stond ook enige decennia een openbare zitbank. Deze werd in 1935 door de firma geschonken aan de gemeente Tilburg, ter herinnering aan de in 1930 overleden J.C. Claesen. In de achterwand van de imposante bank was in een stenen vijfluik de geschiedenis van het steenbakkersvak vanaf de Egyptenaren gesymboliseerd. Het geheel was ontworpen door
Jan van der Valk. Deze architect tekende ook twee villa’s voor Claesen op Hoefstraat 268 (1910) en Hoefstraat 214 (1919).
